Download App

Download our app using application store!

Volvo SUV 2020 Klimaatbeheersing -> Klimaatsysteemregelingen

Klimaatregeling  
Hoofdklimaat  
Climate System Controls  
Naast de functies in de klimaatstaaf,  
Andere hoofdklimaatsysteemfuncties kunnen zijn  
gecontroleerd van deHoofdklimaatTab.  
De functies van het klimaatsysteem worden gecontroleerd  
van fysieke knoppen op de middenconsole,  
het middelste display en het klimaatpaneel op  
de achterkant van de tunnelconsole*.  
Fysieke knoppen in de middenconsole  
Temperatuurregeling voor bestuurder en pas-  
Beddenzijde.  
Bedieningselementen voor verwarmde*en geventileerd*bestuurder  
en voor passagiersstoel, evenals  
verwarmd stuurwiel*.  
Knop voor het openen van klimaatweergave. De  
afbeelding in de knop toont geactiveerde cli-  
Maat -systeeminstellingen.  
Knop voor Max Defroster.  
Knop voor verwarmde achterruit en deur  
spiegels.  
Klimaatstaaf in het middenweergave  
De meest voorkomende klimaatsysteem functioneert  
kan worden gecontroleerd vanuit de klimaatstaaf.  
Maximaal,Achterkant- Controles voor het ontdooien van win-  
wichamen en deurspiegels.  
Klimaataanzicht in het middenweergave  
En- Airconditioningscontroles.  
Recirc- Luchtrecirculatiebeheersing.  
Tik op het symbool in het midden van de  
Klimaatstaaf om klimaataanzicht te openen.  
ERAL -tabbladen. Schakel tussen de tabbladen door te vegen  
het scherm naar links/rechts of door te tikken  
gewenste kop.  
}}  
Afhankelijk van het apparatuurniveau, cli-  
partnerweergave kan worden onderverdeeld in sev-  
* Optie/accessoire. 211  
 
Klimaatregeling  
||  
Luchtverdelingscontroles.  
Klimaatregelingen aan de achterzijde van  
de tunnelconsole*  
Blower -bediening voor voorstoelen2.  
AUTO- Automatische klimaatregeling.  
Achter klimaatregeling achter*  
Alle klimaatsysteemfuncties voor de achterbank  
kan worden gecontroleerd vanaf deAchterste klimaatTab.  
Verwarmingsregeling achter de achterbank*.  
Blower -bediening voor achterbank.  
Achterbanktemperatuurregeling.  
Knop voor het vergrendelen/ontgrendelen van het klimaat  
paneel.  
2e rij klimaat- Achterstoel klimaatfunctie  
tie. Blower -bediening voor achterbank.  
Als het voertuig de achterstoelen heeft verwarmd*maar doet  
hebben geen klimaatpaneel aan de achterkant van de  
tunnelconsole, er zullen knoppen zijn op de  
achterkant van de tunnelconsole om dit te regelen  
functie.  
Achterbanktemperatuurregeling.  
Verwarmingsregeling achter de achterbank*.  
Parkeerklimaat*  
Parkeerklimaatfuncties kunnen worden gecontroleerd  
van deParkeerklimaatTab.  
Het klimaatpaneel heeft een schermvergrendeling om te helpen  
Voorkom onbedoeld veranderende ventilatorsnelheid  
en temperatuur. Wanneer het scherm is vergrendeld,  
2
Met het klimaatsysteem met 2 zone wordt de bediening gedeeld met de achterbank.  
212  
* Optie/accessoire.  
Klimaatregeling  
Alleen de bedieningselementen voor stoelaanpassing*en de  
Ontgrendelknop wordt weergegeven.  
Synchroniseer de temperatuur (p. 224)  
Activeren en deactiveren van kracht  
voorstoelen*  
Activeren en deactiveren van airconditioning-  
ing (p. 225)  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Na ontgrendeling, blazersnelheid en temperatuur  
Ture kan ook worden gewijzigd van het klimaat  
paneel en alle geselecteerde klimaatinstellingen zullen zijn  
weergegeven. Het scherm vergrendelt automatisch na  
een periode van inactiviteit.  
1. Tik het linker- of rechter stuurwiel  
en stoelknop in de cli-  
mate bar om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
Gerelateerde informatie  
Klimaat (p. 200)  
Als het voertuig niet is uitgerust met ventila-  
ted stoelen of verwarmd stuurwiel (voor de  
bestuurderskant), de knop voor stoelverwarming is  
direct toegankelijk in de klimaatstaaf.  
2. Tik de stoelverwarmingsknop herhaaldelijk naar  
Selecteer een van de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
Recirculatie activeren en deactiveren  
(p. 217)  
Max defroster activeren en deactiveren  
(p. 218)  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
Achtervenster en deurspiegels (p. 219)  
Gerelateerde informatie  
De ventilatorsnelheid instellen voor de voorkant  
stoelen (p. 220)  
De ventilatorsnelheid voor de achterkant instellen  
stoelen*(p. 221)  
* Optie/accessoire. 213  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Het activeren en deactiveren van de  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterstoelen vanaf de achterbank  
Met 2-zone systeem:  
Verwarmde voorstoel*  
Verwarmde achterstoelen*  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Stoelverwarming kan worden ingesteld om automatisch te activeren  
Vate wanneer de motor wordt gestart. Wanneer ingesteld op  
automatisch activeren, wordt verwarming gedraaid  
Op bij lage omgevingstemperaturen.  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterstoelen vanaf de voorstoelen*  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
UitkiezenVerwarmingsniveau van het automatische bestuurder  
EnVerwarmingsniveau van de auto -passagiersstoel  
om automatisch begin te activeren/deactiveren  
Verwarmde bestuurders- en passagiersstoel.  
2.  
Selecteer deAchterste klimaatTab.  
Knoppen voor stoelverwarming aan de achterzijde van de tun-  
in de console.  
> Een "A" wordt weergegeven naast de rel  
Evant -stoelverwarmingsknop in het klimaat  
Bar wanneer Auto Start is geactiveerd.  
Druk herhaaldelijk op de linker- of rechterstoel  
Verwarmingsknoppen aan de achterkant van de  
Tunnelconsole om een ​​van de vier niveaus te selecteren:  
Uit,Hoog,MediumofLaag.  
3. Tik de stoelverwarmingsknop herhaaldelijk naar  
Selecteer een van de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
> De Niveau wordt gewijzigd en de indicator  
Lichten in de knop geven het niveau weer.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
214  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Met 4-zone systeem*:  
Het activeren en deactiveren van front  
stoelventilatie*  
De stoelen kunnen worden geventileerd om te voorzien  
Verhoogd comfort bij warm weer.  
2. Tik De stoelventilatieknop herhaaldelijk  
Om een ​​van de vier niveaus te selecteren:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
Het ventilatiesysteem bestaat uit fans in de  
stoelen en rugleuning die lucht door de  
stoelbekleding. Hoe koeler de passagier  
Compartiment is, hoe groter het koeleffect  
van de ventilatie. Het systeem kan worden geactiveerd  
Wanneer de motor draait.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
Stoelverwarmingsbedieningen en indicatielampen aan de achterkant  
zijde van de tunnelconsole.  
1. Tik het linker- of rechter stuurwiel  
en stoelknop in de cli-  
mate bar om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
Druk herhaaldelijk op de linker- of rechterstoel  
Verwarmingsknoppen in het klimaatpaneel aan  
de tunnelconsole om een ​​van de vier te selecteren  
Niveaus:Uit,Hoog,MediumofLaag.  
Als het voertuig niet is uitgerust met verwarmd  
stoelen of verwarmd stuurwiel (voor het  
bestuurderskant), de knop voor zitplaatsventila-  
is direct toegankelijk in het klimaat  
bar.  
> De niveau zal worden gewijzigd en de cli-  
mate -paneelscherm wordt het nieuwe weergegeven  
niveau.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 215  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Activeren en deactiveren  
Auto -klimaatregeling activeren  
verwarmd stuurwiel*  
Automatische stuurwielverwarming*  
Als automatische klimaatregeling wordt geactiveerd, dan  
MATE-systeemfuncties worden gecontroleerd Auto-  
Matisch.  
Het stuur kan worden verwarmd voor toegevoegd  
comfort bij koud weer.  
Het stuur kan worden verwarmd voor toegevoegd  
comfort bij koud weer.  
Stuurwielverwarming kan worden ingesteld op automaat  
ically activeer wanneer de motor wordt gestart.  
Wanneer ingesteld om automatisch te activeren, verwarmt  
zal worden ingeschakeld bij lage omgevingstempera-  
tures.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
1. Tik het stuurwiel van de bestuurder en  
stoelknop in de klimaatstaaf in het midden  
Display om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
2.  
Tik op of houd vastAutomatisch klimaat  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
Als het voertuig niet is uitgerust met verwarmd  
of geventileerde stoelen, de knop om te sturen  
wielverwarming is direct toegankelijk in de  
klimaatbalk.  
Tap - Luchtrecirculatie, airconditioning  
en luchtverdeling worden gecontroleerd auto-  
Matisch.  
UitkiezenAuto -stuurwielverwarming  
NiveauAutomatisch activeren/deactiveren  
Start van verwarmd stuurwiel.  
Druk op en houd - luchtrecirculatie, lucht  
conditionering en luchtverdeling zijn  
automatisch gecontroleerd. Temperatuur  
en blazersnelheid wordt gewijzigd in  
Standaardinstellingen: 22 ° C (72 ° F) en  
snelheid3(snelheid2op de achterbank3).  
> Een "A" wordt weergegeven naast de  
Verwarmde stuurknop in de cli-  
mate bar wanneer Auto Start is geweest  
geactiveerd.  
2. Tik de stuurwielverwarmingsknop  
Herhaaldelijk om een ​​van de vier niveaus te selecteren:  
Uit,Hoog,MediumofLaag.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
> Auto klimaatmodus is geactiveerd en de  
Knop licht op.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
Gerelateerde informatie  
3
Voor voertuigen met een klimaatsysteem met 4 zone*.  
216  
* Optie/accessoire.