Download App

Download our app using application store!

Volvo SUV 2020 Klimaatbeheersing

Klimaatregeling  
Klimaat  
Klimaatzones  
Klimaatsysteem met 4 zone*  
Het voertuig is uitgerust met elektronische cli-  
Maatregeling. Het klimaatsysteem koelt, verwarmt  
en ontvochtig de lucht in de passagier  
compartiment.  
Het voertuig is verdeeld in klimaatzones om  
het mogelijk maken om verschillende temperaturen in te stellen  
voor verschillende delen van het passagierscompart-  
ment.  
Alle functies van het klimaatsysteem zijn con-  
trolden vanaf het middenscherm en de knoppen  
op de middenconsole.  
2-zone klimaatsysteem  
Bepaalde achterstoelfuncties kunnen ook con-  
trol uit de klimaatbesturing*aan de achterkant  
van de tunnelconsole.  
Gerelateerde informatie  
Klimaatzones met klimaatsysteem met 4 zone.  
In klimaatsystemen met 4 zone, de passagier  
compartimenttemperatuur kan worden ingesteld sepa-  
Ratie voor de linker- en rechterkant van het voertuig,  
en voor de voor- en achterstoelen.  
Klimaatzones met klimaatsysteem met 2 zone.  
Gerelateerde informatie  
In klimaatsystemen met 2 zone, de passagier  
compartimenttemperatuur kan worden ingesteld sepa-  
Rate voor de linker- en rechterkant van het voertuig.  
200  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Klimaatbesturingsensoren  
Waargenomen temperatuur  
Het klimaatsysteem heeft een aantal sensoren  
om de klimaatinstellingen in de  
voertuig.  
Het klimaatregelingssysteem regelt de cli-  
Maat in het passagierscompartiment gebaseerd  
bij waargenomen temperatuur, niet de werkelijke tem-  
peratie.  
Het geselecteerde passagierscompartiment tem-  
peratuur is gebaseerd op de fysieke perceptie van  
De huidige omgevingstemperatuur, luchtstroom  
Snelheid, vochtigheid, zonlicht in de passagier  
Compartiment, etc.  
Bedek de sensoren niet met  
kleding of andere objecten.  
Locatie van de sensoren  
Op voertuigen uitgerust met de binnenlucht  
Kwaliteitssysteem*, er is ook een luchtkwaliteit  
Sensor in de luchtinlaat van het klimaatsysteem.  
Gerelateerde informatie  
Het systeem heeft een zonlichtsensor die detecteert  
Welke kant van het voertuig het zonlicht is scheen-  
ing aan en past de temperatuurakkoord  
ievly. Dit betekent dat de temperatuur van de  
Lucht die uit de ventilatieopeningen komt, kan anders zijn  
voor de linker- en rechterkant, zelfs als de temperatuur  
De instelling van de peratuur is voor beide partijen hetzelfde.  
Gerelateerde informatie  
Zonlichtsensoren - aan de bovenkant van de  
dashboard.  
Vochtigheidssensor - in de achteruitkijkspiegel  
troosten.  
Omgevingstemperatuursensor - in de rechter-  
zijkeurspiegel.  
Passagiers compartiment temperatuur sen-  
sor - nabij de knoppen in het midden  
enige.  
* Optie/accessoire. 201  
 
Klimaatregeling  
"Schakel Auto in" - Activeert automatische cli-  
Maatregeling.  
"De stoelventilatie verhogen"/"Lagere stoel  
ventilatie" - verhoogt/verlaagt het niveau van  
stoelventilatie*.  
Klimaatbesturingssysteem stem  
opdrachten1  
Spraakopdrachten kunnen worden gebruikt voor het klimaat  
besturingssysteem bij b.v. Verander de temperatuur,  
Activeer stoelverwarming*of verander de ventilator  
snelheid.  
"Airconditioning op"/"Airconditioning" -  
Activeert/deactiveert airconditioning.  
Gerelateerde informatie  
"Recirculatie op"/"Recirculatie uit" -  
Activeert/deactiveert luchtrecirculatie.  
Spraakbesturing (p. 146)  
Kraan  
en zeg een van de volgende com-  
"Schakel Defroster in"/"Uitschakelen  
beschadigen" - Activeert/deactiveert win-  
Dow en deurspiegel ontdooien.  
Gebruik spraakherkenning (p. 147)  
Spraakbesturingsinstellingen (p. 150)  
Man's:  
"Klimaat" - start een opdrachtdialoogvenster voor  
Klimaatbesturingselementen en geeft voorbeelden van  
opdrachten die kunnen worden gebruikt.  
"Schakel Max defroster in"/"Schakel Max uit  
beschadigen" - Activeert/deactiveert Max  
ontdooien.  
"Stel de temperatuur in op x graden" - Sets  
gewenste temperatuur.  
"Schakel de achterbeende in"/"Zet de achterkant uit  
beschadigen" - Activeert/deactiveert verwarmde  
Achtervenster en deurspiegels.  
"De temperatuur verhogen"/"Lager  
temperatuur" - verhoogt/verlaagt de vaste tem-  
peratie.  
"Zet het stuurwielwarmte aan"/"Draai  
Stuurwiel Verhit" - Activeert/  
Deactiveert het verwarmde stuurwiel*.  
"Synchronisatie temperatuur" - synchroniseert de  
temperatuur voor alle klimaatzones in de  
voertuig met de temperatuur ingesteld voor de  
Driverspiegel.  
"Verhoog stuurwielwarmte"/"Lager  
stuurwielwarmte" - verhoogt/verlaagt de  
Niveau van stuurwielverwarming*.  
"Lucht op voeten"/"Lucht op het lichaam" - Opent de  
gewenste luchtopening.  
"Zet de stoelwarmte aan"/"Zet de stoelwarmte uit"  
- Activeert/deactiveert stoelverwarming*.  
"Lucht op voeten uit"/"Lucht op het lichaam uit" -  
Sluit de gewenste luchtopening.  
"Breng de stoelwarmte op"/"Lagere stoelwarmte" -  
verhoogt/verlaagt het niveau van stoelverwarming*.  
"Stel Fan in op Max"/"Schakel Fan uit" -  
Verandert de snelsnelheid inMaximaal/Uit.  
"Schakel de stoelventilatie in"/"Uitschakelen  
stoelventilatie" - Activeert/deactiveert  
stoelventilatie*.  
"Verhoog ventilatorsnelheid"/"Lagere ventilatorensnelheid" -  
verhoogt/verlaagt de setblawer -snelheid.  
1
Alleen bepaalde markten.  
202  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Luchtkwaliteit  
Schone zone*  
De materialen die worden gebruikt in het passagierscompart-  
ment- en luchtfilteringsysteem zijn geweest  
geselecteerd om een ​​hoog niveau van luchtkwaliteit te garanderen  
het passagierscompartiment.  
De functie schone zone bewaakt de condi  
tions die de goede luchtkwaliteit in de passages beïnvloeden  
GER compartiment en geeft aan of zij  
zijn vervuld of niet.  
Materialen die in de passagier worden gebruikt  
compartiment  
De materialen in het passagierscompartiment  
zijn ontworpen om aangenaam en comfortabel te zijn,  
Zelfs voor mensen met astma of allergieën.  
De materialen zijn ontwikkeld en getest  
om stof in het passagierscompartiment te verminderen  
en het gemakkelijker maken om schoon te blijven.  
De matten in beide passagierscompartiment  
en vrachtcompartiment kan gemakkelijk zijn  
verwijderd voor het reinigen.  
De indicator wordt weergegeven in het midden van  
Play's klimaatbeeld.  
Gebruik Volvo-aanbevolen schoonmaakmiddelen en  
Autoverzorgingsproducten om het interieur schoon te maken.  
De indicator wordt weergegeven in de klimaatstaaf  
Wanneer de klimaatweergave niet open is.  
Luchtfiltersystemen  
Naast de luchtvaart van de passagierscompartiment  
filter, het voertuig is ook uitgerust met andere  
Luchtreinigingssystemen die u helpen bij te houden  
Hoge luchtkwaliteit in het passagierscompartiment.  
Als niet aan de voorwaarden wordt voldaan, is de tekstSchoon  
Zonewordt in het wit getoond. Wanneer alles  
Voorwaarden worden voldaan, de tekst zal veranderen in  
blauw.  
Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:  
Gerelateerde informatie  
Alle deuren en achterklep zijn gesloten.  
Alle zijramen en panoramisch dak*Zijn  
gesloten.  
}}  
* Optie/accessoire. 203  
 
Klimaatregeling  
||  
Het interieur luchtkwaliteitssysteem*is acti-  
Vated.  
Schone zone interieurpakket*  
Interieur luchtkwaliteitssysteem*  
Clean Zone Interior Package (CZIP) is een serie  
van aanpassingen die nog meer allergie filtert  
en astma-inducerende stoffen van de  
Passagierscompartiment.  
Interieur luchtkwaliteitssysteem (IAQS) is een volledig  
Automatisch luchtkwaliteitssysteem dat verwijdert  
gassen en deeltjes om geuren te verminderen en  
Taminanten in het passagierscompartiment.  
IAQS maakt deel uit van het interieur van de schone zone  
Pakket (CZIP) en verwijdert luchtverontreinigingen  
zoals deeltjes, koolwaterstoffen, stikstofoxiden  
en ozon op grondniveau.  
De ventilator is geactiveerd.  
Luchtrecirculatie is gedeactiveerd.  
CZIP bevat het volgende:  
Een verbeterde functie die de  
ventilator wanneer het voertuig wordt ontgrendeld met behulp van  
de externe sleutel. De ventilator zal dan vullen  
Het passagierscompartiment met frisse lucht.  
De functie begint wanneer nodig en  
schakelt automatisch uit na een periode van  
tijd of wanneer een van de passagierscom-  
Deurendeuren worden geopend. De hoeveelheid  
tijd dat de ventilator geleidelijk daalt  
Vanwege verminderde behoefte totdat het voertuig is  
4 jaar oud.  
Schone zone geeft niet aan dat de lucht  
Kwaliteit is goed, maar alleen dat de voorwaarden  
Voor een goede luchtkwaliteit is voldaan.  
Als de luchtkwaliteitssensoren van het systeem worden gedetecteerd  
Taminanten in de buitenlucht, de luchtinlaat  
Sluitingen en luchtrecirculatie is geactiveerd.  
Gerelateerde informatie  
Om een ​​optimale luchtkwaliteit in de passagier te garanderen  
GER -compartiment, de luchtkwaliteitssensor  
moet altijd betrokken zijn.  
De volledig automatische binnenluchtkwaliteit  
Systeem (IAQS).  
Recirculatie is beperkt bij koud weer  
voorkomen dat je beslaan.  
Gerelateerde informatie  
Gebruik in het geval van misting de defroster  
Functies voor de voorruit, zijvensters  
en achterruit.  
Gerelateerde informatie  
204  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
De lucht activeren en deactiveren  
Passagierscompartiment luchtfilter  
kwaliteitssensor*  
Alle lucht die het passagierscompartiment binnenkomt  
Door de inname van het klimaatbesturingssysteem is  
gefilterd.  
De luchtkwaliteitssensor maakt deel uit van de volledig auto  
Gated Interior Air Quality System (IAQS).  
De luchtkwaliteitssensor kan worden ingeschakeld of  
uit.  
De passagier vervangen  
compartimentfilter  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
Om de hoge prestaties van de cli-  
mate -besturingssysteem, het filter moet zijn  
regelmatig vervangen. Volg de service van Volvo  
schema voor aanbevolen vervangende inter-  
Vals. Bij het rijden in gebieden met veel smog,  
stof, enz., Het filter moet mogelijk worden gewijzigd  
vaker.  
weergave.  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
UitkiezenLuchtkwaliteitssensorom te activeren/  
Deactiveer de luchtkwaliteitssensor.  
Gerelateerde informatie  
Er zijn twee soorten passagierscompart-  
mentfilters. Zorg ervoor dat de juiste file  
TER is geïnstalleerd.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 205  
 
Klimaatregeling  
Luchtverdeling  
Luchtverdeling aanpassen  
Luchtverdeling kan handmatig worden aangepast als  
nodig.  
Het klimaatsysteem verdeelt inkomende lucht  
door een aantal ventilatieopeningen in de passagier  
compartiment.  
Automatische en handmatige luchtverdeling  
Wanneer de functie voor auto-klimaat is ingeschakeld,  
Bution is automatisch gereguleerd. Luchtdistribu-  
kan ook handmatig worden gecontroleerd.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Verstelbare luchtopeningen  
Bepaalde luchtopeningen in het voertuig zijn verstelbaar,  
wat betekent dat ze kunnen worden geopend/gesloten en  
De richting van de luchtstroom van de ventilatie kan  
worden aangepast.  
Locatie van verstelbare luchtopeningen in de passagier  
compartiment.  
2-zone systeem- vier ventilatieopeningen op het dashboard-  
bord en één op elk van de pilaren  
tussen de voor- en achterdeuren.  
4-zone systeem*- Twee extra ventilatieopeningen op  
De achterkant van de tunnelconsole.  
Gerelateerde informatie  
206  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Het openen, sluiten en regisseren van lucht  
ventilatie  
Sommige van de luchtopeningen in de passagierscom-  
Er kan afzonderlijk worden geopend, gesloten, gesloten  
en geregisseerd.  
Gerelateerde informatie  
Misting kan worden geëlimineerd door de  
Buitenluchtopeningen naar de deurramen.  
Richt de buitenluchtopeningen in de passagier  
compartiment om een ​​comfortabele temperatuur te behouden  
Peratuur bij warm weer.  
Het openen en sluiten van de luchtopeningen  
Luchtopeningen op het dashboard:  
Luchtverdelingsknoppen in klimaatweergave.  
Luchtverdeling - Ontkopen van de voorruitscherm  
Draai de knop in het midden van de luchtopening  
om de luchtstroom van de opening te openen/sluiten.  
Luchtverdeling - Dashboard en midden  
Console luchtopeningen  
Wanneer het merkteken op de knop verticaal is, de  
Luchtstroom is het sterkst.  
Luchtverdeling - Vloemluchtopeningen  
Luchtopeningen op de deurpilaren en de achterzijde van  
de tunnelconsole*:  
Tik op een of meer luchtverdelingsknoppen  
Open/sluit de luchtstroom voor die opening.  
2.  
> De luchtverdelingsveranderingen en de  
Knoppen zullen oplichten of uitgaan.  
Draai het duimwiel onder de luchtopening  
Om de luchtstroom van de opening te openen/sluiten.  
De meer witte lijnen die zichtbaar zijn, de  
sterker de luchtstroom.  
Gerelateerde informatie  
Regissement van de luchtstroom  
Verplaats de hendel in het midden van de luchtopening  
horizontaal of verticaal om de lucht-  
stroom uit de opening.  
* Optie/accessoire. 207  
 
Klimaatregeling  
Luchtverdelingsopties  
Luchtverdeling kan handmatig worden aangepast als  
nodig. De volgende opties zijn beschikbaar.  
Luchtverdeling  
Doel  
Als alle luchtverdelingsknoppen in de handmatige modus worden uitgeschakeld, keert het klimaatbesturingssysteem terug naar de automatische modus.  
Belangrijkste luchtstroom van ontkoppeling ventilatieopeningen. Wat luchtstroom van andere  
ventilatieopeningen.  
Helpt ijs en condensatie te verwijderen bij koud en vochtig weer  
(Blazersnelheid mag niet te laag worden ingesteld).  
Belangrijkste luchtstroom van dashboard -ventilatieopeningen. Wat luchtstroom van andere  
ventilatieopeningen.  
Biedt effectieve koeling bij warm weer.  
Biedt verwarming of koeling in voetwellgebieden.  
Belangrijkste luchtstroom van vloeropeningen. Wat luchtstroom van andere ventilatieopeningen.  
208  
 
Klimaatregeling  
Luchtverdeling  
Doel  
Biedt een comfortabel klimaat in warm en droog weer.  
Belangrijkste luchtstroom van disproster en dashboard -ventilatieopeningen. Wat lucht-  
stroom uit andere ventilatieopeningen.  
Belangrijkste luchtstroom door disproster en vloeropeningen. Wat luchtstroom van Biedt een comfortabel klimaat en effectief defogging in kou  
andere ventilatieopeningen.  
en vochtig weer.  
Hoofdluchtstroom van dashboard en vloeropeningen. Wat luchtstroom  
van andere ventilatieopeningen.  
Biedt een comfortabel klimaat in zonnig, koel weer.  
Belangrijkste luchtstroom van defroster, dashboard en vloeropeningen.  
Biedt evenwichtig comfort in het passagierscompartiment.  
}}  
209  
Klimaatregeling  
Hoofdklimaat  
Climate System Controls  
Naast de functies in de klimaatstaaf,  
Andere hoofdklimaatsysteemfuncties kunnen zijn  
gecontroleerd van deHoofdklimaatTab.  
De functies van het klimaatsysteem worden gecontroleerd  
van fysieke knoppen op de middenconsole,  
het middelste display en het klimaatpaneel op  
de achterkant van de tunnelconsole*.  
Fysieke knoppen in de middenconsole  
Temperatuurregeling voor bestuurder en pas-  
Beddenzijde.  
Bedieningselementen voor verwarmde*en geventileerd*bestuurder  
en voor passagiersstoel, evenals  
verwarmd stuurwiel*.  
Knop voor het openen van klimaatweergave. De  
afbeelding in de knop toont geactiveerde cli-  
Maat -systeeminstellingen.  
Knop voor Max Defroster.  
Knop voor verwarmde achterruit en deur  
spiegels.  
Klimaatstaaf in het middenweergave  
De meest voorkomende klimaatsysteem functioneert  
kan worden gecontroleerd vanuit de klimaatstaaf.  
Maximaal,Achterkant- Controles voor het ontdooien van win-  
wichamen en deurspiegels.  
Klimaataanzicht in het middenweergave  
En- Airconditioningscontroles.  
Recirc- Luchtrecirculatiebeheersing.  
Tik op het symbool in het midden van de  
Klimaatstaaf om klimaataanzicht te openen.  
ERAL -tabbladen. Schakel tussen de tabbladen door te vegen  
het scherm naar links/rechts of door te tikken  
gewenste kop.  
}}  
Afhankelijk van het apparatuurniveau, cli-  
partnerweergave kan worden onderverdeeld in sev-  
* Optie/accessoire. 211  
 
Klimaatregeling  
||  
Luchtverdelingscontroles.  
Klimaatregelingen aan de achterzijde van  
de tunnelconsole*  
Blower -bediening voor voorstoelen2.  
AUTO- Automatische klimaatregeling.  
Achter klimaatregeling achter*  
Alle klimaatsysteemfuncties voor de achterbank  
kan worden gecontroleerd vanaf deAchterste klimaatTab.  
Verwarmingsregeling achter de achterbank*.  
Blower -bediening voor achterbank.  
Achterbanktemperatuurregeling.  
Knop voor het vergrendelen/ontgrendelen van het klimaat  
paneel.  
2e rij klimaat- Achterstoel klimaatfunctie  
tie. Blower -bediening voor achterbank.  
Als het voertuig de achterstoelen heeft verwarmd*maar doet  
hebben geen klimaatpaneel aan de achterkant van de  
tunnelconsole, er zullen knoppen zijn op de  
achterkant van de tunnelconsole om dit te regelen  
functie.  
Achterbanktemperatuurregeling.  
Verwarmingsregeling achter de achterbank*.  
Parkeerklimaat*  
Parkeerklimaatfuncties kunnen worden gecontroleerd  
van deParkeerklimaatTab.  
Het klimaatpaneel heeft een schermvergrendeling om te helpen  
Voorkom onbedoeld veranderende ventilatorsnelheid  
en temperatuur. Wanneer het scherm is vergrendeld,  
2
Met het klimaatsysteem met 2 zone wordt de bediening gedeeld met de achterbank.  
212  
* Optie/accessoire.  
Klimaatregeling  
Alleen de bedieningselementen voor stoelaanpassing*en de  
Ontgrendelknop wordt weergegeven.  
Activeren en deactiveren van kracht  
voorstoelen*  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Na ontgrendeling, blazersnelheid en temperatuur  
Ture kan ook worden gewijzigd van het klimaat  
paneel en alle geselecteerde klimaatinstellingen zullen zijn  
weergegeven. Het scherm vergrendelt automatisch na  
een periode van inactiviteit.  
1. Tik het linker- of rechter stuurwiel  
en stoelknop in de cli-  
mate bar om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
Gerelateerde informatie  
Als het voertuig niet is uitgerust met ventila-  
ted stoelen of verwarmd stuurwiel (voor de  
bestuurderskant), de knop voor stoelverwarming is  
direct toegankelijk in de klimaatstaaf.  
2. Tik de stoelverwarmingsknop herhaaldelijk naar  
Selecteer een van de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 213  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Het activeren en deactiveren van de  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterstoelen vanaf de achterbank  
Met 2-zone systeem:  
Verwarmde voorstoel*  
Verwarmde achterstoelen*  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Stoelverwarming kan worden ingesteld om automatisch te activeren  
Vate wanneer de motor wordt gestart. Wanneer ingesteld op  
automatisch activeren, wordt verwarming gedraaid  
Op bij lage omgevingstemperaturen.  
De stoelen kunnen worden verwarmd voor extra comfort  
voor de bestuurder en passagiers bij koud weer.  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterstoelen vanaf de voorstoelen*  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
UitkiezenVerwarmingsniveau van het automatische bestuurder  
EnVerwarmingsniveau van de auto -passagiersstoel  
om automatisch begin te activeren/deactiveren  
Verwarmde bestuurders- en passagiersstoel.  
2.  
Selecteer deAchterste klimaatTab.  
Knoppen voor stoelverwarming aan de achterzijde van de tun-  
in de console.  
> Een "A" wordt weergegeven naast de rel  
Evant -stoelverwarmingsknop in het klimaat  
Bar wanneer Auto Start is geactiveerd.  
Druk herhaaldelijk op de linker- of rechterstoel  
Verwarmingsknoppen aan de achterkant van de  
Tunnelconsole om een ​​van de vier niveaus te selecteren:  
Uit,Hoog,MediumofLaag.  
3. Tik de stoelverwarmingsknop herhaaldelijk naar  
Selecteer een van de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
> De Niveau wordt gewijzigd en de indicator  
Lichten in de knop geven het niveau weer.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
214  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Met 4-zone systeem*:  
Het activeren en deactiveren van front  
stoelventilatie*  
De stoelen kunnen worden geventileerd om te voorzien  
Verhoogd comfort bij warm weer.  
2. Tik De stoelventilatieknop herhaaldelijk  
Om een ​​van de vier niveaus te selecteren:Uit,Hoog,  
MediumofLaag.  
Het ventilatiesysteem bestaat uit fans in de  
stoelen en rugleuning die lucht door de  
stoelbekleding. Hoe koeler de passagier  
Compartiment is, hoe groter het koeleffect  
van de ventilatie. Het systeem kan worden geactiveerd  
Wanneer de motor draait.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
Stoelverwarmingsbedieningen en indicatielampen aan de achterkant  
zijde van de tunnelconsole.  
1. Tik het linker- of rechter stuurwiel  
en stoelknop in de cli-  
mate bar om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
Druk herhaaldelijk op de linker- of rechterstoel  
Verwarmingsknoppen in het klimaatpaneel aan  
de tunnelconsole om een ​​van de vier te selecteren  
Niveaus:Uit,Hoog,MediumofLaag.  
Als het voertuig niet is uitgerust met verwarmd  
stoelen of verwarmd stuurwiel (voor het  
bestuurderskant), de knop voor zitplaatsventila-  
is direct toegankelijk in het klimaat  
bar.  
> De niveau zal worden gewijzigd en de cli-  
mate -paneelscherm wordt het nieuwe weergegeven  
niveau.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 215  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Activeren en deactiveren  
Auto -klimaatregeling activeren  
verwarmd stuurwiel*  
Automatische stuurwielverwarming*  
Als automatische klimaatregeling wordt geactiveerd, dan  
MATE-systeemfuncties worden gecontroleerd Auto-  
Matisch.  
Het stuur kan worden verwarmd voor toegevoegd  
comfort bij koud weer.  
Het stuur kan worden verwarmd voor toegevoegd  
comfort bij koud weer.  
Stuurwielverwarming kan worden ingesteld op automaat  
ically activeer wanneer de motor wordt gestart.  
Wanneer ingesteld om automatisch te activeren, verwarmt  
zal worden ingeschakeld bij lage omgevingstempera-  
tures.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
1. Tik het stuurwiel van de bestuurder en  
stoelknop in de klimaatstaaf in het midden  
Display om de bedieningselementen te openen voor besturing  
wiel- en stoelverwarming.  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
2.  
Tik op of houd vastAutomatisch klimaat  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
Als het voertuig niet is uitgerust met verwarmd  
of geventileerde stoelen, de knop om te sturen  
wielverwarming is direct toegankelijk in de  
klimaatbalk.  
Tap - Luchtrecirculatie, airconditioning  
en luchtverdeling worden gecontroleerd auto-  
Matisch.  
UitkiezenAuto -stuurwielverwarming  
NiveauAutomatisch activeren/deactiveren  
Start van verwarmd stuurwiel.  
Druk op en houd - luchtrecirculatie, lucht  
conditionering en luchtverdeling zijn  
automatisch gecontroleerd. Temperatuur  
en blazersnelheid wordt gewijzigd in  
Standaardinstellingen: 22 ° C (72 ° F) en  
snelheid3(snelheid2op de achterbank3).  
> Een "A" wordt weergegeven naast de  
Verwarmde stuurknop in de cli-  
mate bar wanneer Auto Start is geweest  
geactiveerd.  
2. Tik de stuurwielverwarmingsknop  
Herhaaldelijk om een ​​van de vier niveaus te selecteren:  
Uit,Hoog,MediumofLaag.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
> Auto klimaatmodus is geactiveerd en de  
Knop licht op.  
> De Niveau wordt gewijzigd en het ingestelde niveau is  
weergegeven in de knop.  
Gerelateerde informatie  
Gerelateerde informatie  
3
Voor voertuigen met een klimaatsysteem met 4 zone*.  
216  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Activeren en deactiveren  
recirculatie  
De recirculatiefunctie van het klimaatsysteem  
helpt om smog, rook, uitlaatdampen af ​​te sluiten,  
enz. door de lucht in de passagierscom-  
Martering.  
Gerelateerde informatie  
Het is mogelijk om de temperatuur te veranderen  
en blazersnelheid zonder te deactiveren  
Automatische klimaatregeling. Automatische cli-  
Maatregeling wordt gedeactiveerd wanneer de lucht  
distributie wordt handmatig gewijzigd of wanneer  
De Max defroster is geactiveerd.  
Gerelateerde informatie  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
2.  
KraanRecirc.  
> Lucht Recirculatie is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop licht op/gaat  
uit.  
Als de lucht in het voertuig ook wordt gerecirculeerd  
Lang is er een risico op beslaan aan de binnenkant  
van de ramen.  
Recirculatie kan niet worden geactiveerd wanneer de  
Max defroster is ingeschakeld.  
217  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Recirculatietimerinstelling  
De recirculatiefunctie van het klimaatsysteem  
helpt om smog, rook, uitlaatdampen af ​​te sluiten,  
enz. door de lucht in de passagierscom-  
Martering.  
Wanneer de recirculatietimer wordt geactiveerd, lucht  
Recirculatie wordt automatisch uitgeschakeld  
20 minuten.  
Max activeren en deactiveren  
beschadigen  
Max defroster wordt gebruikt om snel te verwijderen  
Dicht en ijs uit ramen.  
Max defroster deactivaten automatisch klimaat  
Controle en luchtrecirculatie, activeert de lucht  
conditionering en verandert de ventilatiesnelheid in5  
en temperatuur totHOI.  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
Het volume neemt toe wanneer de ventilator  
Snelheid wordt gewijzigd in5.  
Knop in de middenconsole.  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
Tik op de knop.  
KraanRecirculatietimerom te activeren/  
Deactiveer de recirculatietimer.  
Wanneer Max defroster wordt gedeactiveerd, is de cli  
Maatsysteem keert terug naar de vorige instellingen.  
> De Max defroster is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop licht op/gaat  
uit.  
Gerelateerde informatie  
Max activeren en deactiveren  
Ontdek van de middenconsole  
Een knop in de middenconsole biedt snel  
Toegang tot de Max Defroster.  
Max activeren en deactiveren  
Ontdek van het centrumdisplay  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
218  
 
Klimaatregeling  
Het activeren en deactiveren van de  
Verwarmde achterruit en deur  
spiegel  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterruit en deurspiegels van  
het middelste display  
De verwarmde achterraam en de deurspiegels zijn  
gebruikt om snel condensatie en ijs te verwijderen  
van het glas.  
2.  
KraanMaximaal.  
> De Max defroster is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop licht op/gaat  
uit.  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterruit en deurspiegels van  
de middelste console  
Een knop in de middenconsole biedt snel  
Toegang tot het verwarmde achterruit en de deur  
spiegels functies.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Gerelateerde informatie  
2.  
KraanAchterkant.  
> Verwarmd ramen en deurspiegels zijn  
geactiveerd en de knop licht op/gaat  
uit.  
Gerelateerde informatie  
Knop in de middenconsole.  
Tik op de knop.  
> Verwarmd ramen en deurspiegels zijn  
geactiveerd en de knop licht op/gaat  
uit.  
219  
 
Klimaatregeling  
Automatisch activeren en  
De verwarmde achterkant deactiveren  
raam- en deurspiegels  
De verwarmde achterraam en de deurspiegels zijn  
gebruikt om snel condensatie en ijs te verwijderen  
van het glas.  
De ventilatiesnelheid instellen voor de  
voorstoelen4  
De ventilator kan op verschillende worden ingesteld  
automatisch geregelde snelheden voor de voorkant  
stoel.  
Het is mogelijk om te selecteren of achterruit  
en deurspiegelverwarming moet automatisch zijn  
cally geactiveerd of gedeactiveerd wanneer de motor  
wordt gestart. Met automatische start geactiveerd,  
Verwarming wordt geactiveerd wanneer er een risico is  
van ijs of condensatie op de ramen of mir-  
RORS. Verwarming wordt automatisch uitgeschakeld  
Wanneer de raam of spiegel voldoende is  
Warm en de condensatie of ijs is verdwenen.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Blazerbesturingsknoppen in klimaatweergave.  
2.  
Tik op de gewenste ventilatorsnelheid:Uit,1-5of  
Maximaal.  
1.  
KraanInstellingenIn het bovenaanzicht in het midden  
weergave.  
> De Blower -snelheid zal worden gewijzigd en  
De knoppen voor de ingestelde snelheid verlichten  
omhoog.  
2.  
3.  
KraanKlimaat.  
UitkiezenAuto achterbeenbekledingom te activeren/  
deactiveren automatisch achterruit en  
door heating.  
De airconditioning zal niet in dienst zijn als de  
Blower is volledig uitgeschakeld, wat kan  
Verzachting aan de binnenkant van de winst  
wichamen.  
Gerelateerde informatie  
4
Dezelfde instelling is van toepassing op de achterstoelen met het klimaatsysteem van 2 zone.  
220  
 
Klimaatregeling  
De ventilatiesnelheid instellen voor de  
achterstoelen*  
Het klimaatsysteem past zich automatisch aan  
Luchtstroom indien nodig binnen de setblawer  
snelheid, wat betekent dat die luchtstroomsnelheid  
Kan enigszins variëren in dezelfde ventilator  
snelheid.  
De ventilator kan op verschillende worden ingesteld  
automatisch geregelde snelheden voor de achterkant  
stoel.  
Blazersnelheid instellen voor de achterkant  
stoelen vanaf de voorstoelen  
Gerelateerde informatie  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Blower -bedieningsknoppen in deAchterste klimaatTab in  
Klimaatbeeld.  
3.  
Tik op de gewenste ventilatorsnelheid,1-5.  
2.  
Selecteer deAchterste klimaatTab.  
De ventilatiereeks voor de achterstoelen kan zijn  
uitgeschakeld door te tikken2e rij klimaat.  
> De Blower -snelheid zal worden gewijzigd en  
De knoppen voor de ingestelde snelheid verlichten  
omhoog.  
Blazersnelheid instellen voor de achterkant  
stoelen vanaf de achterbank  
1. Tik de ontgrendelknop op de tunnel  
Het klimaatpaneel van Sole om toegang te krijgen  
Troins.  
}}  
* Optie/accessoire. 221  
 
Klimaatregeling  
||  
De temperatuur instellen voor de  
voorstoelen5  
De temperatuur kan worden ingesteld op de gewenste  
Aantal graden voor het klimaat voor de voorstoel  
Zones.  
Het klimaatsysteem past zich automatisch aan  
Luchtstroom indien nodig binnen de setblawer  
snelheid, wat betekent dat die luchtstroomsnelheid  
Kan enigszins variëren in dezelfde ventilator  
snelheid.  
Gerelateerde informatie  
Blower-bedieningselementen op het achterste klimaatpaneel van de tun-  
in de console.  
2.  
Tik op de gewenste ventilatorsnelheid,1-5.  
> De Blower -snelheid zal worden gewijzigd en  
De knoppen voor de ingestelde snelheid verlichten  
omhoog.  
Temperatuurknoppen in de klimaatstaaf.  
1. Tik de temperatuur van de linker- of rechterzijde, maar  
ton in de klimaatstaaf van het midden display  
Open de controle.  
De ventilatiereext voor de achterbank kan dat niet  
Wees ingesteld als de ventilatorsnelheid voor de voorstoel  
isUit.  
De snelheid van de achterbank kan alleen zijn  
uitgeschakeld van het klimaataanzicht in de cen-  
ter -display.  
5
Dezelfde instelling is van toepassing op de achterstoelen met het klimaatsysteem van 2 zone.  
222  
Klimaatregeling  
De temperatuur instellen voor de  
achterstoelen*  
De temperatuur kan worden ingesteld op de gewenste  
Aantal graden voor het klimaat op de achterbank  
Zones.  
De temperatuur instellen voor de achterkant  
stoelen vanaf de voorstoelen  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Temperatuurregeling.  
Temperatuurknoppen in deAchterste klimaatTab in  
Klimaatbeeld.  
2. Set de temperatuur door een van de  
volgende:  
3. Tik de temperatuur van de linker- of rechterzijde, maar  
Ton om de controle te openen.  
2.  
Selecteer deAchterste klimaatTab.  
De controle naar de gewenste slepen  
temperatuur, of  
tikken+om de temperaturen op te heffen/verlagen  
Legaal.  
> De Temperatuur wordt ingesteld en de  
knop geeft de nieuwe tempera weer  
Legaal.  
Verwarming/koeling kan niet worden versneld door  
Een hogere/lagere temperatuur kiezen dan  
de gewenste temperatuur.  
Gerelateerde informatie  
}}  
* Optie/accessoire. 223  
Klimaatregeling  
||  
Synchroniseer de temperatuur  
De temperatuur in het verschillende klimaat  
Zones van het voertuig kunnen worden gesynchroniseerd  
met de temperatuur ingesteld voor de bestuurder.  
Temperatuurregeling.  
Temperatuurregels op het achterste klimaatpaneel van de  
Tunnelconsole.  
4. Set de temperatuur door:  
2.  
Tik op de linker- of rechterkant<>knoppen  
De controle naar de gewenste slepen  
temperatuur.  
Verlaag/verhoog de temperatuur.  
Synchronisatieknop op de zijdestempera-  
ture control.  
> De Temperatuur wordt gewijzigd en  
Het scherm van het klimaatpaneel wordt de  
Nieuwe temperatuur.  
tikken+om de temperaturen op te heffen/verlagen  
Legaal.  
1. Tik de temperatuurknop van de bestuurder in de bestuurder  
De klimaatstaaf van het middenweergave om te openen  
de controle.  
> De Temperatuur wordt ingesteld en de  
knop geeft de nieuwe tempera weer  
Legaal.  
2.  
KraanSynchroniseer de temperatuur.  
Verwarming/koeling kan niet worden versneld door  
Een hogere/lagere temperatuur kiezen dan  
de gewenste temperatuur.  
De temperatuur instellen voor de achterkant  
stoelen vanaf de achterbank  
1. Tik de ontgrendelknop op de tunnel  
Het klimaatpaneel van Sole om toegang te krijgen  
Troins.  
> De temperatuur voor alle voertuigen  
Klimaatzones worden gesynchroniseerd met  
degene die is ingesteld voor de bestuurder en de  
Synchronisatiesymbool zal zijn  
Gerelateerde informatie  
gespeeld naast de temperatuurknop.  
Synchronisatie wordt gestopt met een andere pers  
opSynchroniseer de temperatuurof door te veranderen  
de temperatuurinstelling voor een klimaatzone  
anders dan de bestuurder.  
224  
 
Klimaatregeling  
Gerelateerde informatie  
Activeren en deactiveren van lucht  
conditionering  
De airconditioning koelt en ontvochtig  
De airconditioning kan niet worden geactiveerd  
Wanneer de ventilatorsnelheid is ingesteld opUit.  
Inkomende lucht indien nodig.  
Wanneer de airconditioning is geactiveerd, zal dit  
automatisch in- en uitschakelen door de  
Klimaatsysteem indien nodig.  
Gerelateerde informatie  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
2.  
KraanEn.  
> De Airconditioning is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop licht op/gaat  
uit.  
Sluit voor een optimale airconditioningfunctie  
alle zijvensters en het panoramisch  
dak*.  
* Optie/accessoire. 225  
 
Klimaatregeling  
Parkeerklimaat*  
Voorwaarde*  
Beginnen en stoppen  
voorwaarde*  
Parkeerklimaat is een overkoepelende term voor vari-  
ous functies die de passagier verbeteren  
compartiment klimaat wanneer het voertuig is  
geparkeerd, b.v. voorconditionering.  
Parkeerklimaatfuncties zijn con-  
trol van deParkeerklimaatlab  
In het klimaatbeeld van het middenweergave.  
Tik op het symbool in het midden van de  
Klimaatstaaf om klimaataanzicht te openen.  
Preconditionering is een klimaatfunctie die, als  
mogelijk, pogingen om een ​​comfortabele te bereiken  
Temperatuur in het passagierscompartiment  
Voordat u rijdt.  
Preconditionering ventileert de passagier  
Compartiment, indien mogelijk, voor het rijden. De  
Functie kan worden gestart in het middenscherm  
of van een mobiele telefoon.  
Voorconditionering kan onmiddellijk worden gestart of  
begon op een vooraf ingestelde tijd met behulp van een timer.  
Beginnen en stoppen vanuit het voertuig  
Bij warm weer koelt het ventilatiesysteem af  
het passagierscompartiment door lucht in te blazen  
van buitenaf. De functie kan de  
Passagierscompartiment.  
Gerelateerde informatie  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Tijdens het voorspellen van de passagier  
compartiment, het voertuig werkt om een  
comfortabele temperatuur en niet de tem-  
Peratuur ingesteld in het klimaatsysteem.  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
KraanVoorwaarde.  
> Voorconditionering start/stops en de  
Button licht op/gaat uit.  
Gerelateerde informatie  
De voertuigdeuren en ramen zouden moeten zijn  
gesloten tijdens het voorspellen van de pas-  
Senger -compartiment.  
Beginnend bij app*  
Een apparaat met de Volvo op oproep*app kan zijn  
gebruikt om te beginnen met voorwaarde of set te controleren  
tings. Preconditioning ventilates the passen-  
226  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
GER-compartiment door in de lucht te blazen van out-  
kant.  
Voorconditioneringstimer*  
De timer kan worden ingesteld om voorconditionering te voltooien  
Timer -instellingen toevoegen en bewerken  
voor voorconditionering*  
op een vooraf bepaalde tijd.  
De timer kan maximaal 8 vooraf ingestelde tijden opslaan voor:  
De voorconditioneringstimer kan maximaal 8 opslaan  
vooraf ingestelde timer -instellingen.  
Het passagierscompartiment kan ook vooraf zijn  
geconditioneerd met behulp van de start van de motor op afstand  
(ERS)6Functie met behulp van de Volvo op aanroep*App.  
Een tijd op een bepaalde datum  
Een timer -instelling toevoegen  
Een tijd op een of meer dagen van de week,  
met of zonder de herhaalde functie.  
Gerelateerde informatie  
Gerelateerde informatie  
Knop voor het toevoegen van een timer -instelling in deParkeergelegenheid  
klimaatTab in klimaatweergave.  
1. Open Klimaatweergave in het middenscherm.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
6
Alleen bepaalde markten.  
}}  
* Optie/accessoire. 227  
 
Klimaatregeling  
||3. Tik Timer toevoegen.  
Een timer -instelling bewerken  
1. Open Klimaatweergave in het middenscherm.  
Activeren en deactiveren  
voorconditioneringstimer*  
> A Pop-upvenster verschijnt.  
Timer -instellingen in de voorconditioneringstimer  
Kan indien nodig worden geactiveerd of gedeactiveerd.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
3. Tik de timer -instelling die je zou willen  
wijziging.  
Het is niet mogelijk om een ​​tijdinstelling toe te voegen als  
Er zijn al 8 instellingen voor de timer.  
Verwijder een tijdinstelling om een  
Nieuwe.  
> A Pop-upvenster verschijnt.  
4. tot Bewerk een timer-instelling, volg de procedure-  
Dures beschreven onder de kop "Add-  
ing een timer -instelling "hierboven.  
4.  
KraanDatumom een ​​tijd in te stellen voor een specifieke datum.  
Gerelateerde informatie  
KraanDagenom een ​​tijd in te stellen voor een of meer  
Dagen van de week.  
MetDagen: Activeer/deactiveren van de herhaling  
functie door de  
Herhaal wekelijks herhalenselectievakje.  
Timer -knoppen in deParkeerklimaatTab in het klimaat  
weergave.  
5.  
MetDatum: Selecteer een datum voor voorwaarde-  
ing door te scrollen in de datumlijst met behulp van de  
pijlen.  
1. Open Klimaatweergave in het middenscherm.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
MetDagen: Selecteer dagen van de week voor  
Voorconditionering door op de knoppen te tikken  
de dagen.  
3. Activeren/deactiveren een timer-instelling door tap-  
ping de timer -knop rechts van de  
instelling.  
6. Set het tijdstip waarop preconditionering  
moet worden voltooid door te scrollen met behulp van  
de pijlen in de klok.  
> De Timer-instelling is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop licht op/gaat  
uit.  
7.  
KraanBevestigenom een ​​timer -instelling toe te voegen.  
Gerelateerde informatie  
> De Timer -instelling wordt toegevoegd aan de  
Lijst en geactiveerd.  
228  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Het verwijderen van voorconditioneringstimer  
instellingen*  
Een voorconditioneringstimer instelling die nee is  
langer nodig kan worden verwijderd.  
De knop voor het bewerken van een lijst/het verwijderen van een timerinstelling in  
deParkeerklimaatTab in klimaatweergave.  
1. Open Klimaatweergave in het middenscherm.  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
KraanLijst bewerken.  
4. Tik Het bewerkingspictogram rechts in de lijst.  
>
Het pictogram verandert in de tekstVerwijderen.  
5.  
KraanVerwijderente bevestigen.  
> De Timer -instelling wordt verwijderd uit  
de lijst.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 229  
 
Klimaatregeling  
Het vasthouden van klimaatcomfort  
Het starten en uitschakelen van de  
klimaatverhoudende functie wanneer  
parkeergelegenheid*  
De klimaatbehoudende functie handhaaft de  
klimaatinstellingen in het voertuig na de  
De motor is uitgeschakeld. De functie  
kan worden geactiveerd in het middenscherm.  
functie*  
Het onderhoud van het klimaatcomfort zal zijn  
Geteld als het voertuig is vergrendeld van de out-  
kant om te voorkomen dat je de resterende motor gebruikt  
onnodig verwarm. Deze functie is  
bedoeld om te worden gebruikt om het klimaat te behouden  
comfort wanneer de bestuurder of een passagier  
blijft in het voertuig nadat de motor is  
uitgeschakeld.  
Het klimaat in het passagierscompartiment  
kan worden gehandhaafd wanneer het voertuig dat is  
geparkeerd, b.v. Als de motor wordt uitgeschakeld maar de  
Bestuurder of passagiers blijven in het voertuig.  
Deze functie kan alleen direct worden gestart.  
De functie maakt gebruik van verschillende voertuigen  
Systemen:  
Restwarmte van de motor is gewend  
help het passagierscompartiment te verwarmen naar een  
comfortabele temperatuur.  
1. Tik het symbool in het midden van het klimaat  
bar om klimaataanzicht te openen in het midden van  
toneelstuk.  
Gerelateerde informatie  
Bij warm weer, het ventilatiesysteem  
koelt het passagierscompartiment door  
Lucht blazen van buitenaf.  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
KraanHoud het klimaat comfort.  
> De Het behouden van klimaatcomfort voor het vaststellen  
wordt geactiveerd/gedeactiveerd en de  
Knoplicht gaat aan/uit.  
Het onderhoud van het klimaatcomfort zal zijn  
Geteld als het voertuig is vergrendeld van de out-  
kant om te voorkomen dat je de resterende motor gebruikt  
onnodig verwarm. Deze functie is  
bedoeld om te worden gebruikt om het klimaat te behouden  
comfort wanneer de bestuurder of een passagier  
blijft in het voertuig nadat de motor is  
uitgeschakeld.  
Gehandhaafd klimaatcomfort is niet mogelijk  
Als er niet voldoende resterende motor is  
warmte om de klimaatinstellingen in de  
Passagierscompartiment, of als de buitenkant  
Temperatuur is boven ongeveer 20 ° C  
(68 ° F).  
Gerelateerde informatie  
230  
* Optie/accessoire.  
 
Klimaatregeling  
Berichten met betrekking tot parkeerklimaat kunnen ook  
worden weergegeven in een apparaat dat de Volvo heeft op  
Telefoongesprek*App.  
Parkeerklimaatsymbolen en  
berichten*  
Een aantal symbolen en berichten gerelateerd  
naar het parkeerklimaat kan worden weergegeven in de  
instrumentenpaneel.  
Symboolbericht  
Parkeerklimaat  
Betekenis  
Parkeerklimaat functioneert niet goed. Neem contact op met een workshopAOm het systeem zo snel mogelijk te laten controleren  
mogelijk.  
Service vereist  
Parkeerklimaat functioneert tijdelijk niet goed. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met een workshopAhebben  
het systeem gecontroleerd.  
Parkeerklimaat  
Tijdelijk niet beschikbaar  
A
Een geautoriseerde Volvo -workshop wordt aanbevolen.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 231  
 
Sleutel, sloten en alarm