Volvo SUV 2020 Klimaat

KLIMAAT  
Klimaat  
Klimaatzones  
2-zone klimaat*  
De auto is uitgerust met handmatige of elec-  
Tronic*klimaatregeling. De klimaatregeling  
Systeem koelt of verwarmt evenals ontvochtigingen  
de lucht in het passagierscompartiment.  
Alle functies van het klimaatbesturingssysteem zijn con-  
trolden van het middendisplay en fysiek  
Knoppen in de middenconsole.  
Het aantal klimaatzones dat de auto is  
verdeeld in regeert de opties voor het instellen  
verschillende temperaturen voor verschillende delen van  
het passagierscompartiment.  
1-zone klimaat  
Sommige functies voor de achterbank kunnen ook zijn  
gecontroleerd van de klimaatregeling*bij de  
achterkant van de tunnelconsole.  
Gerelateerde informatie  
Klimaatzones met klimaat met 2 zone.  
Met klimaat met 2 zone, de temperatuur in de  
Passagierscompartiment kan afzonderlijk worden ingesteld  
voor de linker en rechterzijde.  
Gerelateerde informatie  
Klimaatzones met 1-zone klimaat.  
Met klimaat van 1 zone, de temperatuur in de  
Passagierscompartiment wordt gezamenlijk ingesteld voor de  
linker en rechterzijde.  
182  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Met het interieurluchtkwaliteitssysteem*er is  
ook een luchtkwaliteitssensor die is aangebracht in de  
Klimaatregelsysteem luchtinlaat.  
Klimaatregeling - Sensoren  
Het klimaatbesturingssysteem heeft een aantal  
Sensoren om het klimaat in de auto te helpen beheersen.  
Waargenomen temperatuur  
Het klimaatregelingssysteem regelt de cli-  
Maat in het passagierscompartiment gebaseerd  
op de waargenomen temperatuur, niet op daadwerkelijk  
temperatuur.  
De temperatuur die u selecteert in de passagier  
compartiment komt overeen met het fysiek  
waargenomen temperatuur zoals beïnvloed door factoren  
zoals de omgevingstemperatuur, luchtsnelheid,  
vochtigheid, zonnestraling, enz. In en rond  
de auto op dat moment.  
Gerelateerde informatie  
Sensorlocatie  
Het systeem omvat een zonsensor die  
detecteert aan welke kant de zon schijnt in  
het passagierscompartiment. Dit betekent dat  
De temperatuur kan verschillen tussen het recht  
en de luchtopeningen van de linkerzijde ondanks de conclusie  
trols worden ingesteld op dezelfde temperatuur op  
Beide partijen.  
Sun -sensor - aan de bovenkant van de  
instrumentenpaneel.  
Gerelateerde informatie  
Vochtsensor - in de behuizing door de  
interieur achteruitkijkspiegel.  
Buitentemperatuursensor - in de rechter-  
Handdeurspiegel.  
Temperatuursensor voor de passagier  
Compartiment - door de fysieke knoppen in  
de middenconsole.  
Bedek de sensoren niet met  
kleding of andere objecten.  
* Optie/accessoire. 183  
 
KLIMAAT  
"Schakel Auto in" - Activeert automatische reg-  
ulatie*van de klimaatregeling.  
"Breng de stoelwarmte op"/"Lagere stoelwarmte" -  
verhoogt/verlaagt de instelling voor de verwarmde  
stoelen*Een stap.  
Controle van klimaatregeling met  
stemherkenning1  
Spraakherkenning commando's voor het klimaat  
besturingssysteem bij b.v. Verander de temperatuur,  
Activeer een verwarmde stoel*of verander het fanniveau.  
"Airconditioning op"/"Airconditioning" -  
Activeert/deactiveert de airconditioning.  
"Recirculatie op"/"Recirculatie uit" -  
Activeert/deactiveert de luchtcirculatie.  
Drukken  
en zeg een van de volgende com-  
Niet alle systeemtalen ondersteunen stem  
herkenning. Degenen die dat wel doen, zijn high-  
Man's:  
"Schakel Defroster in"/"Uitschakelen  
beschadigen" - Activeert/deactiveert de ontdooiing-  
ing van ramen en deurspiegels.  
verlicht met de  
symbool in de lijst met  
"Klimaat" - begint een dialoog voor het klimaat  
controle en toont voorbeelden van com-  
Man's.  
Beschikbare systeemtalen. Lees meer  
over waar de informatie kan worden gevonden  
In het gedeelte over instellingen voor spraakherkenning  
tie.  
"Schakel Max defroster in"/"Draai maximaal  
afdragen" - Activeert/deactiveert de  
Max defroster.  
"Stel de temperatuur in op x graden" - Sets  
de gewenste temperatuur.  
"De temperatuur verhogen"/"Lager  
temperatuur" - Hef/verlagen de temperatuur op  
ture instellen een stap.  
"Schakel de elektrische defroster in"/"Uitschakelen  
elektrische ontdooier" - Activeert/deacti-  
Vates de verwarmde voorruit*.  
Gerelateerde informatie  
Spraakherkenning (p. 130)  
Met spraakherkenning (p. 131)  
Instellingen voor spraakherkenning (p. 134)  
"Synchronisatie temperatuur" - synchroniseert de  
temperatuur*voor alle klimaatzones in de  
auto met de temperatuur ingesteld voor de driv-  
ER's kant.  
"Schakel de achterbeende in"/"Zet de achterkant uit  
beschadigen" - Activeert/deactiveert de  
Verwarmde achterruit en deurspiegels.  
"Zet het stuurwielwarmte aan"/"Draai  
Stuurwiel Verhit" - Activeert/  
Deactiveert het verwarmde stuurwiel*.  
"Lucht op voeten"/"Lucht op het lichaam" - Opent de  
gewenste luchtstroom.  
"Lucht op voeten uit"/"Lucht op het lichaam uit" -  
Sluit de gewenste luchtstroom.  
"Verhoog stuurwielwarmte"/"Lager  
stuurwielwarmte" - verhoogt/verlaagt de  
instelling voor het verwarmde stuurwiel*een  
stap.  
"Stel Fan in op Max"/"Schakel Fan uit" -  
verandert de luchtstroom inMaximaal/Uit.  
"Zet de stoelwarmte aan"/"Zet de stoelwarmte uit"  
- Activeert/deactiveert de verwarmde stoel*.  
"Verhoog ventilatorsnelheid"/"Lagere ventilatorensnelheid" -  
verhoogt/verlaagt het ventilatorniveau één stap.  
1
Is van toepassing op bepaalde markten.  
184  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Luchtkwaliteit  
Schone zone*  
De materialen die zijn geselecteerd voor de passagier  
compartiment en het luchtreinigingssysteem  
Zorg ervoor dat de luchtkwaliteit in de passagier  
Compartiment is hoog.  
De functie van de schone zone controleert  
cates of alle voorwaarden wel of niet zijn geweest  
ontmoette voor een goede luchtkwaliteit in de passagier  
compartiment.  
Materialen in de passagier  
compartiment  
Het interieur van het passagierscompartiment is  
Ontworpen om aangenaam en comfortabel te zijn,  
Zelfs voor mensen met contactallergieën en voor  
Astma -patiënten.  
Geteste materialen zijn op volgorde ontwikkeld  
Om de hoeveelheid stof in de passagier te verminderen  
compartiment en om bij te dragen aan het maken van de  
Passagierscompartiment gemakkelijker om schoon te blijven.  
De tapijten in beide passagierscompart-  
ment en de vrachtruimte zijn verwijderbaar en  
gemakkelijk te verwijderen en schoon te maken.  
De indicator is zichtbaar in het klimaataanzicht  
In het middenweergave.  
De indicator is zichtbaar in de klimaatrij  
Wanneer het klimaataanzicht niet open is.  
Gebruik schoonmaakmiddelen en producten voor autoverzorging  
Aanbevolen door Volvo om het interieur schoon te maken.  
Als aan de voorwaarden niet is voldaan, dan is de  
Schone zonetekst is wit. Wanneer alle voorwaarden  
is gehaald, dit wordt aangegeven door de tekst  
kleur veranderen in blauw.  
Luchtreinigingssysteem  
Naast het passagierscompartiment  
ter, de auto is uitgerust met een luchtreiniging  
systeem dat helpt om hoge luchtkwaliteit te behouden  
in het passagierscompartiment.  
Voorwaarden waaraan moet worden voldaan:  
Dat alle deuren en de achterklep gesloten zijn.  
Gerelateerde informatie  
Dat alle zijvensters en het panorama  
dak*zijn gesloten.  
}}  
* Optie/accessoire. 185  
 
KLIMAAT  
||  
Dat het luchtkwaliteitssysteem interieurlucht  
Kwaliteitssysteem*is geactiveerd.  
Schone zone interieurpakket*  
Interieur luchtkwaliteitssysteem*  
Clean Zone interieurpakket (CZIP)  
SES een reeks wijzigingen die de  
passagierscompartiment nog duidelijker van  
allergie en astma-inducerende stoffen,  
onder andere.  
Interieur luchtkwaliteitssysteem (IAQS) is een volledig  
Automatisch luchtkwaliteitssysteem dat scheidt  
gassen en deeltjes om de niveaus van te verlagen  
Geuren en verontreinigingen in de passagier  
compartiment.  
IAQS maakt deel uit van de binnenkant van het schone zone  
Pakket (czip) en reinigt de lucht in de pas-  
senger compartiment van verontreinigingen zoals  
als deeltjes, koolwaterstoffen, stikstofoxiden en  
Ozon op grondniveau.  
Dat de ventilatiefan wordt geactiveerd.  
Dat de luchtrecirculatie is gedeactiveerd.  
Het volgende is opgenomen:  
Schone zone geeft niet aan dat de lucht  
Kwaliteit is goed. Het geeft alleen aan dat de  
Voorwaarden voor een goede luchtkwaliteit zijn geweest  
met.  
Een verbeterde fanfunctie die dat betekent  
De ventilator begint wanneer de auto is ontgrendeld  
met de externe controle -toets. De fan vult  
Het passagierscompartiment met frisse lucht.  
De functie begint wanneer dat nodig is en is  
automatisch uitgeschakeld na een tijd of  
Wanneer een van de passagierscompartimenten  
Deuren worden geopend. De hoeveelheid tijd de  
Fan Runs wordt geleidelijk verminderd door  
verminderde behoefte tot de auto is 4 jaar  
oud.  
Als de luchtkwaliteitssensor de buitenkant voelt  
Lucht is vervuild, de luchtinlaat is gesloten  
en luchtrecirculatie is geactiveerd.  
Gerelateerde informatie  
De luchtkwaliteitssensor moet altijd zijn  
Bled om de beste lucht in de passagier te garanderen  
compartiment.  
Het volledig automatische luchtkwaliteitssysteem  
Interieur Air Quality System (IAQS).  
In een koude klimaatrecirculatie is zo beperkt  
om misting te voorkomen.  
Gerelateerde informatie  
In het geval van misting, de defrost-func-  
tions voor voorruiten, zijvensters en  
achterruit moet worden gebruikt.  
Gerelateerde informatie  
186  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
De lucht activeren en deactiveren  
kwaliteitssensor*  
Passagierscompartimentfilter  
Alle lucht die de passagierscompart van de auto binnengaat  
ment wordt schoongemaakt met een filter.  
De luchtkwaliteitssensor maakt deel uit van de volledig auto  
Matic luchtkwaliteitssysteem interieur luchtkwaliteit  
Systeem (IAQS).  
Het is mogelijk om in te stellen of de luchtkwaliteit sen-  
SOR moet worden geactiveerd/gedeactiveerd.  
De passagier vervangen  
compartimentfilter  
Om de prestaties van hoge klimaatsystemen te behouden,  
Het filter moet regelmatig worden gewijzigd.  
Volg het Volvo Service -programma voor het  
Aanbevolen vervangingsintervallen. Als de auto  
wordt gebruikt in een ernstig vervuilde omgeving  
ment, het kan nodig zijn om het filter te vervangen  
vaker.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenLuchtkwaliteitssensorom te activeren/  
Deactiveer de luchtkwaliteitssensor.  
Gerelateerde informatie  
Er zijn verschillende soorten passagiers  
Compartimentfilter. Zorg ervoor dat de Cor-  
Rect filter is gemonteerd.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 187  
 
KLIMAAT  
Luchtverdeling  
Het klimaatbesturingssysteem distribueert de  
inkomende lucht via een aantal verschillende ventilatieopeningen in  
het passagierscompartiment.  
Automatische en handmatige luchtverdeling  
Met automatisch gereguleerde klimaatregeling2rennen  
De luchtverdeling vindt automatisch plaats. Als  
noodzakelijk, de luchtverdeling kan worden  
Handmatig trollen.  
Verstelbare luchtopeningen  
Sommige ventilatieopeningen in de auto zijn verstelbaar,  
wat betekent dat u de ventilatieopening kunt openen/sluiten  
om de luchtstroom te richten.  
Locatie van verstelbare luchtopeningen in de passagier  
compartiment.  
Met 1-zone klimaat- vier op de instu-  
mentpaneel.  
Toevoeging met klimaat met 2 zone*- Twee op de  
achterkant van de tunnelconsole.  
Bij lage omgevingstemperatuur is geen lucht  
geteisterd van de verstelbare luchtopeningen op  
de achterkant van de tunnelconsole.  
Gerelateerde informatie  
2
Niet beschikbaar met handmatige klimaatregeling.  
188  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Veranderende luchtverdeling  
De luchtverdeling kan handmatig worden gewijzigd  
Openen, sluiten en richten  
luchtopeningen  
indien nodig.  
Sommige luchtopeningen in het passagierscompart-  
ment kan worden geopend, gesloten en gericht  
Vidaal.  
Als de buitenopeningen van de auto op de zijkant zijn gericht  
Windows dan misten kan worden geëlimineerd.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Als de buitenopeningen van de auto naar binnen zijn gericht  
dan, in een heet klimaat, een comfortabele omgeving  
ment wordt verkregen in het passagierscompart-  
ment.  
De luchtverdelingsknoppen in het klimaataanzicht.  
Het openen en sluiten van de luchtopeningen  
Luchtverdeling - voorruitbekleding  
ventilatie  
Draai de roterende knop in het midden van de  
luchtopening om de luchtstroom te openen/te sluiten van de  
Vent.  
Luchtverdeling - Luchtopeningen in instrument  
paneel en middenconsole  
De luchtstroom is maximaal wanneer de  
Markering op de knop bevindt zich in verticale positie.  
Luchtverdeling - Luchtopeningen in de vloer  
Druk op een of meer van de luchtverdeling  
2.  
Richten op de luchtopeningen  
knoppen om de corres-  
Ponding luchtstroom.  
Verplaats de hendel in het midden van de luchtopening  
horizontaal/verticaal om de luchtstroom te sturen  
van de ventilatieopening.  
> De luchtverdeling wordt gewijzigd en de  
Knoppen verlichten/doven.  
Gerelateerde informatie  
Gerelateerde informatie  
189  
 
KLIMAAT  
Tabel met luchtverdelingsopties  
De luchtverdeling kan handmatig worden gewijzigd  
indien nodig. De volgende opties zijn beschikbaar  
voor het instellen.  
Luchtverdeling  
Doel  
Als alle luchtdistributieknoppen in de handmatige modus worden uitgeschakeld, keert het klimaatbesturingssysteem terug naar het automatisch gereguleerde klimaat  
controle.  
Met handmatige klimaatregeling is het niet mogelijk om alle luchtdistributieknoppen uit te schakelen.  
Belangrijkste luchtstroom van de ontspoersopeningen. Sommige luchtstromen uit andere lucht  
ventilatieopeningen.  
Gaan misting en glazuur tegen in een koude en vochtige cli  
Mate (om dit te bereiken, mag het ventilatorniveau niet laag zijn).  
Hoofdluchtstroom van de luchtopeningen in het instrumentenpaneel. Wat lucht  
stroomt uit andere luchtopeningen.  
Biedt efficiënte koeling in een heet klimaat.  
Hoofdluchtstroom uit de luchtopeningen op de vloer. Sommige luchtstromen van andere Biedt warmte of koeling op de vloer.  
luchtopeningen.  
190  
 
KLIMAAT  
Luchtverdeling  
Doel  
Hoofdlucht uit de ontspreeling ventilatieopeningen en luchtopeningen in het instrument  
paneel. Sommige lucht stroomt uit andere luchtopeningen.  
Biedt goed comfort in hete en droge klimaten.  
Hoofdluchtstroom van de ontdaande ventilatieopeningen en luchtopeningen op de vloer. Sommige Biedt goed comfort en goed demisterend in een verkoudheid of  
Lucht stroomt uit andere luchtopeningen.  
vochtig klimaat.  
Hoofdluchtstroom van de luchtopeningen in het instrumentenpaneel en luchtopeningen  
op de vloer. Sommige lucht stroomt uit andere luchtopeningen.  
Biedt goed comfort bij zonnig weer met koele out-  
door temperatures.  
Hoofdluchtstroom van de ontstekingsopeningen, van de luchtopeningen in het instrument Geeft evenwichtig comfort in het passagierscompartiment.  
mentpaneel en luchtopeningen op de vloer.  
}}  
191  
KLIMAAT  
Afhankelijk van het apparatuurniveau, het klimaat  
Klimaatbesturing  
De weergave kan worden onderverdeeld in verschillende tabbladen. Wijziging  
tussen de tabbladen door links/rechts of door te vegen  
druk op de respectieve kop.  
De functies van het klimaatbesturingssysteem zijn  
gecontroleerd van fysieke knoppen in het midden  
Console, het centrumdisplay en het klimaat  
bedieningselementen aan de achterkant van de tunnelconsole*.  
Fysieke knoppen in de middenconsole  
Klimaatrij met klimaat met 2 zone. Klimaatrij met  
1-zone klimaat heeft enkele verschillen met betrekking tot de  
Locatie van de bedieningselementen.  
Temperatuurregeling voor bestuurder en pas-  
Beddenzijde3.  
Bedieningselementen voor verwarmde*en geventileerd*bestuurder  
en voor passagiersstoel, evenals  
verwarmd stuurwiel*4.  
Knop voor verwarmde voorruit*En Max  
ontdooien.  
Knop voor toegang tot de klimaatweergave. De  
afbeelding op de knop toont geactiveerde cli-  
Maatinstellingen.  
Knop voor verwarmde achterruit en deur  
spiegels.  
Klimaatrij in het middenweergave  
De meest voorkomende klimaatfuncties kunnen zijn  
Gereguleerd uit de klimaatrij.  
Klimaataanzicht in het middenweergave  
Open klimaatweergave door op de  
symbool in het midden van het klimaat  
rij.  
3
Met 1-zone klimaat is de besturing rechts van de middelste knop. Met handmatige klimaatregeling wordt de ingestelde temperatuur niet weergegeven, gewoon een schaal.  
Met klimaat van 1 zone bevinden de knoppen zich uiterst links en rechts in de klimaatrij.  
4
}}  
* Optie/accessoire. 193  
 
KLIMAAT  
||  
Controles voor luchtverdeling.  
Fanbesturing.  
Hoofdklimaat  
Naast de functies van de klimaatrij,  
Andere hoofdklimaatfuncties kunnen ook  
trolden in deHoofdklimaatTab.  
AUTO- automatisch reguleren van het klimaat5.  
Parkeerklimaat*  
De parkeerklimaatregeling van de auto kan worden geregeld  
Lated in deParkeerklimaatTab.  
Klimaatregelingen aan de achterkant van de tunnel  
troosten*  
Als de auto is uitgerust met verwarmde achterstoelen*  
Er zijn fysieke knoppen aan de achterkant van de  
Tunnelconsole voor het besturen van deze functie.  
Gerelateerde informatie  
Maximaal,Elektrisch,Achterkant- controles voor ontdooien-  
ing de ramen en spiegels.  
En- Besturingselementen voor airconditioning.  
Recirc- Besturingselementen voor luchtrecirculatie.  
5
Niet beschikbaar met handmatige klimaatregeling.  
194  
* Optie/accessoire.  
KLIMAAT  
Verwarmde activeren en deactiveren  
Activeren en deactiveren  
WAARSCHUWING  
voorstoel*  
Automatisch begin van verwarmde front  
Verwarmde stoelen mogen niet door mensen worden gebruikt  
die het moeilijk vinden om een ​​toename waar te nemen  
in temperatuur door een gebrek aan sensatie of  
die anders problemen hebben met werken  
De bedieningselementen voor de verwarmde stoelen. Ander-  
Wijs kunnen ze brandwonden oplopen.  
stoelen*  
De stoelen kunnen worden verwarmd om te verhogen  
comfort voor bestuurder en passagiers wanneer dat is  
koud.  
De stoelen kunnen worden verwarmd om te verhogen  
comfort voor bestuurder en passagiers wanneer dat is  
koud.  
Het is mogelijk om in te stellen of automatisch start van  
Verwarmde stoelen moeten worden geactiveerd/gedeactiveerd  
Wanneer de motor wordt gestart. Met automatisch  
Start geactiveerd, de verwarming begint in het evenement  
van lage omgevingstemperatuur.  
Gerelateerde informatie  
1. Druk op de besturing van de linker- of rechterzijde  
wiel- en stoelknop in de klimaatrij  
in het middenweergave om de  
bedieningselementen voor stoel- en stuurwiel.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
Als de auto niet is uitgerust met geventileerd  
stoelen of verwarmd stuurwiel (voor het  
bestuurderskant), de knop voor verwarmde stoelen  
is onmiddellijk beschikbaar in het klimaat  
rij.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenVerwarmingsniveau van het automatische bestuurder  
EnVerwarmingsniveau van de auto -passagiersstoel  
om automatisch begin te activeren/deactiveren  
Verwarmde bestuurders- en passagiersstoel.  
> Een "A" wordt op elke knop weergegeven voor  
Verwarmde voorstoelen in de klimaatrij  
Wanneer automatisch starten acti- is geweest  
Vated.  
2. Herhaaldelijk Druk op de knop voor verhit  
stoelen om te veranderen tussen de vier  
Niveaus:Uit,Hoog,MediumEnLaag.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
> De Niveau wijzigingen en de knop  
toont het ingestelde niveau.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 195  
 
KLIMAAT  
Verwarmde activeren en deactiveren  
Het activeren en deactiveren van de  
WAARSCHUWING  
achterbank*  
verwarmd stuurwiel*  
Verwarmde stoelen mogen niet door mensen worden gebruikt  
die het moeilijk vinden om een ​​toename waar te nemen  
in temperatuur door een gebrek aan sensatie of  
die anders problemen hebben met werken  
De bedieningselementen voor de verwarmde stoelen. Ander-  
Wijs kunnen ze brandwonden oplopen.  
De stoelen kunnen worden verwarmd om te verhogen  
comfort voor bestuurder en passagiers wanneer dat is  
koud.  
Het stuur kan worden verwarmd om  
Verhoog het comfort voor de bestuurder wanneer dat is  
koud.  
Het activeren en deactiveren van de verwarmde  
achterbank vanaf de achterbank  
Gerelateerde informatie  
1. Druk op het stuurwiel van de bestuurder en  
stoelknop in de klimaatrij van de cen-  
tre -display om de bedieningselementen te openen voor  
stoel en stuurwiel.  
Als de auto niet is uitgerust met verwarmd  
stoelen of geventileerde stoelen, de knop voor  
Verwarmd stuurwiel is onmiddellijk  
Beschikbaar in de klimaatrij.  
Knoppen voor verwarmde stoelen aan de achterkant van de tunnel  
troosten.  
2. Herhaaldelijk Druk op de knop voor verhit  
stuurwiel om te veranderen  
tussen de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumEnLaag.  
Druk herhaaldelijk aan de linkerkant of rechts  
Side's fysieke knoppen voor verwarmde stoelen bij  
De achterkant van de tunnelconsole om te schakelen  
tussen de vier niveaus:Uit,Hoog,  
MediumEnLaag.  
> De Niveau wijzigingen en de knop  
toont het ingestelde niveau.  
> De niveau veranderingen en de LED's in de  
Knop toont het instelniveau.  
Gerelateerde informatie  
196  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Auto -klimaatregeling activeren6  
Met Auto Climate Control Activated, meerdere  
Klimaatfuncties worden gecontroleerd automatisch  
cally.  
Activeren en deactiveren  
Automatisch begin van verwarmde besturing  
wiel*  
Het stuur kan worden verwarmd om  
Verhoog het comfort voor de bestuurder wanneer dat is  
koud.  
Het is mogelijk om in te stellen of automatisch start van  
Verwarmd stuur moet worden geactiveerd/  
gedeactiveerd wanneer de motor wordt gestart. Met  
Automatische start geactiveerd, zal verwarming beginnen  
de gebeurtenis van lage omgevingstemperatuur.  
Temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen zijn  
gewijzigd zonder de automaat te deactiveren  
ically gereguleerd klimaatbesturingssysteem.  
Het automatisch gereguleerde klimaatconferentie  
Trol-systeem wordt gedeactiveerd wanneer de luchtdis-  
Tributie wordt handmatig gewijzigd of wanneer  
Maximale defroster is geactiveerd.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Gerelateerde informatie  
2.  
Geef een korte of lange persAUTO  
Klimaat.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
Korte pers - luchtrecirculatie, luchtconditie  
tioning en luchtverdeling zijn  
automatisch trol.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenAuto -stuurwielverwarming  
NiveauAutomatisch activeren/deactiveren  
Start van verwarmd stuurwiel.  
Lange pers - Luchtrecirculatie, luchtconditie  
tioning en luchtverdeling zijn  
automatisch trolden, temperatuur en  
ventilatorsnelheid wordt gewijzigd in standaard set-  
Tings: 22 ° C (72 ° F) en niveau3.  
> Een "A" wordt op de knop weergegeven voor  
Verwarmd stuurwiel in het klimaat  
rij wanneer automatisch starten is geweest  
geactiveerd.  
> Auto-regulatie van het klimaat is acti-  
Vated en de knop verlicht.  
4.  
UitkiezenLaag,MediumofHoogte selecteren  
Niveau nadat de functie is geactiveerd.  
Gerelateerde informatie  
6
Niet beschikbaar met handmatige klimaatregeling.  
* Optie/accessoire. 197  
 
KLIMAAT  
Activeren en deactiveren van lucht  
recirculatie  
Gerelateerde informatie  
Tijd activeren en deactiveren  
instelling voor luchtrecirculatie  
Luchtrecirculatie sluit slechte lucht uit, uitlaat  
gassen, etc. van buiten de auto door de cli  
mate -controlesysteem dat de lucht in de  
Passagierscompartiment.  
Luchtrecirculatie sluit slechte lucht uit, uitlaat  
gassen, etc. van buiten de auto door de cli  
mate -controlesysteem dat de lucht in de  
Passagierscompartiment.  
Het is mogelijk ingesteld of de luchtrecirculatie  
Timer moet worden geactiveerd/gedeactiveerd. Wanneer  
De timer is geactiveerd, luchtrecirculatie is automatisch  
Matisch uitgeschakeld na 20 minuten.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenRecirculatietimerom te activeren/  
Deactiveer de luchtrecirculatietimer.  
2.  
Gerelateerde informatie  
DrukkenRecirc.  
> Lucht Recirculatie is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
Als de lucht in de auto ook wordt gerecirculeerd  
lang dan is er een risico om de  
binnenkant van de vensters.  
Het is niet mogelijk om luchtrecircula-  
Wanneer Max defroster wordt geactiveerd.  
198  
 
KLIMAAT  
Max activeren en deactiveren  
beschadigen  
Max defroster wordt gebruikt om de mist snel te verwijderen  
Max defroster begint met een bepaalde vertraging in  
om een ​​korte toename van het fanniveau te voorkomen als  
De verwarmde voorruit wordt door degeactiveerd door  
Twee snelle druk op de knop.  
en ijs uit ramen.  
Max defroster deactiveert automatische regulering van  
Het klimaat- en luchtrecirculatie, activeert lucht  
conditionering en verandert het ventilatieniveau in5  
en de temperatuur totHOI.  
Max activeren en deactiveren  
Ontdek van het centrumdisplay  
Het fanniveau wijzigen in5verhoogt de  
geluidsniveau.  
Fysieke knop in de middenconsole.  
Auto's zonder verwarmde voorruit:  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Wanneer Max defroster wordt gedeactiveerd, is de cli  
Mate Control System keert terug naar de vorige  
instellingen.  
Druk op de knop.  
> Max Defroster is geactiveerd/gedeactiveerd  
en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
Max activeren en deactiveren  
Ontdek van de middelste console  
Er is een fysieke knop in het midden  
Sole voor snelle toegang tot Max defroster.  
Auto's met verwarmde voorruit:  
2.  
DrukkenMaximaal.  
Druk herhaaldelijk op de knop om  
Schakel tussen de drie niveaus:  
> Max Defroster is geactiveerd/gedeactiveerd  
en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
Met verwarmde voorruit*De Max Defroster  
kan alleen afzonderlijk worden geactiveerd vanuit de cli-  
Maatweergave in het middenweergave.  
Geactiveerd verwarmde voorruit  
Geactiveerde verwarmde voorruit en max  
beschadigen  
Gerelateerde informatie  
Gedeactiveerd.  
> Verwarmd voorruit en Max defroster  
zijn geactiveerd/gedeactiveerd en de maart  
ton verlicht/dooft.  
* Optie/accessoire. 199  
 
KLIMAAT  
Het activeren en deactiveren van de  
Verwarmde activeren en deactiveren  
voorruit van het middenweergave  
Verwarmde voorruit*  
Als de verwarmde voorruit wordt geactiveerd wanneer  
De start/stop-functie is automatisch gestopt  
de motor dan de motor zal restaurant zijn  
Ted.  
Een verwarmde voorruit wordt snel gebruikt  
Verwijder mist en ijs uit het raam.  
Verwarmde activeren en deactiveren  
voorruit van de middenconsole  
In de middenconsole is een fysieke knop voor  
Snelle toegang tot de verwarmde voorruit.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Gerelateerde informatie  
2.  
DrukkenElektrisch.  
> Verwarmd voorruit is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
Een driehoekig gebied aan het einde van elke kant van  
De voorruit is niet elektrisch verwarmd,  
waar de prijskaart langer kan duren.  
Fysieke knop in de middenconsole.  
Druk herhaaldelijk op de knop om  
Schakel tussen de drie niveaus:  
Geactiveerd verwarmde voorruit  
De verwarmde voorruit kan de per-  
vorm van transponderers en andere com-  
Municatieapparatuur.  
Geactiveerde verwarmde voorruit en max  
beschadigen  
Gedeactiveerd.  
> Verwarmd voorruit en Max defroster  
zijn geactiveerd/gedeactiveerd en de maart  
ton verlicht/dooft.  
200  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Activeren en deactiveren  
Automatisch begin van verwarmde  
voorruit*  
Het activeren en deactiveren van de  
Verwarmde achterruit en deur  
spiegel  
Verwarmde activeren en deactiveren  
achterruit en deurspiegels van  
middenweergave  
Een verwarmde voorruit wordt snel gebruikt  
Verwijder mist en ijs uit het raam.  
Het is mogelijk om in te stellen of automatisch start van  
Verwarmde voorruit moet worden geactiveerd/deap  
Geteld wanneer de motor wordt gestart. Met auto-  
Matic Start geactiveerd, de verwarming begint wanneer  
er is een risico op ijs of misting op de wind-  
Scherm/venster. De verwarming schakelt uit  
automatisch wanneer het voorruit/venster is  
voldoende warm en het ijs of misting is  
weg.  
De verwarmde achterraam en de deurspiegels zijn  
gebruikt om snel mist en ijs uit de  
ramen en spiegels.  
Verwarmde activeren en deactiveren  
achterruit en deurspiegels van  
middenconsole  
In de middenconsole is een fysieke knop voor  
Snelle toegang tot het verwarmde achterruit en  
deurspiegels.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
2.  
DrukkenAchterkant.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
> Verwarmd Achterraam en deurspiegels  
zijn geactiveerd/gedeactiveerd en de maart  
ton verlicht/dooft.  
Drie display.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenAuto front defrosterom te activeren/  
deactiveren automatische start van verwarmde wind-  
scherm.  
Gerelateerde informatie  
Gerelateerde informatie  
Fysieke knop in de middenconsole.  
Druk op de knop.  
> Verwarmd Achterraam en deurspiegels  
zijn geactiveerd/gedeactiveerd en de maart  
ton verlicht/dooft.  
* Optie/accessoire. 201  
 
KLIMAAT  
Regulering van het ventilatorniveau voor de voorstoel7  
De ventilator kan worden ingesteld op verschillende auto  
Matisch gecontroleerd8Fansnelheden voor de voorkant  
stoel.  
Activeren en deactiveren  
Automatisch starten van het verwarmde  
Achterraam en deurspiegels  
De verwarmde achterraam en de deurspiegels zijn  
gebruikt om snel mist en ijs uit de  
ramen en spiegels.  
Als de ventilator volledig is uitgeschakeld, dan is de lucht  
Conditionering is niet ingeschakeld, wat resulteert  
in een risico van misting op de binnenkant van de  
Windows.  
Het is mogelijk om in te stellen of automatisch start van  
Verwarmde achterruit en deurspiegels zouden moeten  
worden geactiveerd/gedeactiveerd wanneer de motor is  
begon. Met automatische start geactiveerd, warmte-  
ing begint wanneer er een risico is op ijs of mist-  
ing op de voorruit/venster. De verwarming  
schakelt automatisch uit wanneer de wind-  
scherm/venster is voldoende warm en de  
IJs of misting is verdwenen.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Het klimaatbesturingssysteem automatisch  
Past de luchtstroom in de geselecteerde ventilator aan  
Niveau op basis van vereisten. Dit betekent  
dat de ventilatorsnelheid zelfs kan veranderen  
Hoewel het fanniveau hetzelfde is.9  
Gerelateerde informatie  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenAuto achterbeenbekledingom te activeren/  
deactiveren automatische start van verwarmde achterkant  
raam- en deurspiegels.  
Gerelateerde informatie  
Ventilatorbesturingsknoppen in de klimaatweergave.  
2.  
Tik op het gewenste ventilatorniveau,Uit,1-5of  
Maximaal.  
> Fan Niveau wordt gewijzigd en de knoppen  
voor het geselecteerde niveau verlicht.  
7
Voor klimaat met 2 zone, ook achterbank.  
Alleen met elektronische klimaatregeling.  
Alleen met elektronische klimaatregeling.  
8
9
202  
 
KLIMAAT  
Regulering van de temperatuur voor de voorkant  
stoelen10  
Gerelateerde informatie  
De temperatuur kan worden ingesteld op de gewenste  
aantal graden11voor de cli- van de voorstoel  
Mate Zones.  
Temperatuurregeling13, 11  
.
2. Reguleren de temperatuur door een van de  
volgende:  
Sleep de bediening naar de gewenste tempo  
peratie, of  
Temperatuurknoppen in de klimaatrij12, 11  
.
drukken+/om de temperaturen op te heffen/verlagen  
ture geleidelijk.  
1. Druk op de linker- of rechter zijtempera-  
ture knop in het klimaat van het middenweergave  
rij om de bedieningselementen te openen.  
> De Temperatuur verandert en de but-  
Ton toont de ingestelde temperatuur11.  
Verwarming of koeling kan niet worden versneld door  
Een hogere of lagere temperatuur selecteren  
dan de werkelijke gewenste temperatuur.  
10  
Voor klimaat met 2 zone, ook achterbank.  
11  
Met handmatige klimaatregeling worden de setgraden niet weergegeven, gewoon een schaal.  
Met het klimaat van 1 zone bevindt de temperatuurknop rechts van de middelste knop.  
Met het klimaat van 1 zone is de controle horizontaal in plaats van verticaal.  
12  
13  
203  
KLIMAAT  
Synchronisatietemperatuur14  
De temperatuur in het verschillende klimaat van de auto  
Zones kunnen worden gesynchroniseerd met de temperatuur  
ture ingesteld aan de bestuurderskant.  
door middel van het wijzigen van de temperatuurset-  
Bindt voor een andere klimaatzone dan de bestuurder.  
Activeren en deactiveren van lucht  
conditionering  
De airconditioning koelt en ontvochtig  
Gerelateerde informatie  
Inkomende lucht zoals vereist.  
Wanneer de airconditioning wordt geactiveerd, is de cli  
Mate Control System bestuurt automatisch  
Start en uitschakelen zoals vereist.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Synchronisatieknop op de zijdestempera-  
ture -bedieningselementen.  
1. Druk op de temperatuurknop van de bestuurder  
In de klimaatrij van het middenweergave in volgorde  
om de bedieningselementen te openen.  
2.  
DrukkenEn.  
> De Airconditioning is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
2.  
DrukkenSynchroniseer de temperatuur.  
> De temperatuur voor alle zones in de auto  
wordt gesynchroniseerd met de temperatuur  
ingesteld voor de zijde van de bestuurder en de syn  
chronisatiesymbool wordt aangetoond  
naar de temperatuurknop.  
Sluit alle zijramen en het panoramisch  
dak*zodat de airconditioning zou moeten  
werk zo goed mogelijk.  
De synchronisatie wordt gestopt door middel van een  
verder doorgaanSynchroniseer de temperatuurof  
14  
Niet beschikbaar met 1-zone klimaat.  
204  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Parkeerklimaat*  
Voorwaarde*  
Parkeerklimaatregeling is een generieke term voor  
verschillende functies die de passagier verbeteren  
Compartiment klimaat wanneer de auto geparkeerd staat,  
bijv. voorconditionering.  
Preconditionering is een klimaatfunctie die, als  
mogelijke pogingen om comforttemperatuur te bereiken  
in het passagierscompartiment eerder  
vertrek.  
Het is niet mogelijk om de luchtconditatie te activeren  
tionen wanneer de ventilatorbesturing is binnenUitom-  
tie.  
Functies die tot het parkeren horen  
Klimaatregeling wordt gecontroleerd van  
deParkeerklimaatIn klimaatbeeld  
In het middenweergave. Open het klimaat  
Bekijk door het symbool te drukken in het midden van  
de klimaatrij.  
Voorwaarde kan directe start gebruiken of worden ingesteld  
via de timer.  
Gerelateerde informatie  
De functie maakt gebruik van verschillende systemen in verschillen  
ENT -gevallen:  
In een koud klimaat, de parkeerverwarming*  
verwarmt het passagierscompartiment naar  
een comfortabele temperatuur.  
Gerelateerde informatie  
Als het warm is, de ventiol van de klimaatregeling  
Lates het passagierscompartiment door  
In de lucht blazen van buiten de auto.  
Tijdens het voorspellen van de passagier  
compartiment, de auto werkt om com-  
Forttemperatuur en niet de temperatuur  
ingesteld in het klimaatbesturingssysteem.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 205  
 
KLIMAAT  
Start en schakel uit  
(Motor Remote Start - ers)15via the Volvo  
Bij oproep*App.  
WAARSCHUWING  
voorwaarde*  
Gebruik geen voorconditionering als de auto dat is  
Uitgerust met een kachel*:  
Voorconditionering verwarmt*of ventileert de pas-  
Senger -compartiment, indien mogelijk, daarvoor  
rijden. De functie kan directe start gebruiken  
het centrumdisplay of een mobiele telefoon.  
Gerelateerde informatie  
In niet -geventileerde ruimtes binnenshuis.  
Uitlaatgassen worden uitgestoten als de verwarming  
begint.  
Op locaties met brandbare of vlam-  
Mable materiaal in de buurt. Brandstof, gas, lang  
Gras, zaagsel, enz. Kan ontbranden.  
Start en schakel uit van de auto  
Als er een risico bestaat dat de verwarming  
uitlaatlijn kan worden geblokkeerd. Voor  
bijvoorbeeld diepe sneeuw onder de voorkant  
Een deel van de auto kan de hitte belemmeren  
er’s ventilation.  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Onthoud dat de voorwaarde kan zijn  
gestart door een timer die is ingesteld voor een  
lang van tevoren.  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
DrukkenVoorwaarde.  
> Voorconditionering wordt gestart/uitgeschakeld  
en de knop is verlicht/extin-  
Gemeeld.  
Vanaf de app*  
Begin van voorconditionering en informatie over  
De geselecteerde instellingen kunnen worden beheerd vanuit een  
Apparaat dat de Volvo heeft opgenomen*App. Pre-  
conditionering verwarmt*het passagierscompart-  
ment tot een comfortabele temperatuur of venti-  
Leert het passagierscompartiment door te blazen  
in lucht van buitenaf.  
De deuren en ramen van de auto zouden moeten zijn  
gesloten tijdens de voorkeur van de  
Passagierscompartiment.  
Het passagierscompartiment kan ook vooraf zijn  
geconditioneerd met de auto -externe startfunctie  
15  
Bepaalde markten.  
206  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
3.  
DrukkenTimer toevoegen.  
Voorconditioneringstijd instelling*  
De timer kan worden ingesteld zodat de voorwaarde-  
Het toevoegen en bewerken van tijdinstelling voor  
voorwaarde*  
> A Pop-upvenster wordt getoond.  
ing is op een vooraf bepaalde tijd voltooid.  
De timer voor preconditionering kan het beheren  
tot 8 tijdinstellingen.  
De timer kan maximaal 8 verschillende instellingen verwerken  
voor:  
Het is niet mogelijk om een ​​tijdinstelling toe te voegen als  
Er zijn al 8 instellingen ingevoerd voor de  
Timer. Verwijder een tijdinstelling om te zijn  
in staat om een ​​nieuwe toe te voegen.  
Een tijdinstelling toevoegen  
Een tijd op een enkele datum  
Een tijd op een of meer dagen van de week,  
met of zonder herhaling.  
Gerelateerde informatie  
4.  
AansluitenDatumom de tijd in te stellen voor een enkele  
datum.  
AansluitenDagenom de tijd in te stellen voor een of  
Meer dagen van de week.  
MetDagen: Activeer/deactiveer herhaling  
door het vakje te tikken/los te latenHerhalen  
wekelijks.  
De knop om een ​​tijdinstelling toe te voegen in deParkeergelegenheid  
klimaatTab in de klimaatweergave.  
5.  
MetDatum: Selecteer de datum voor precondi-  
tionen door de datumlijst te scrollen met de  
pijlen.  
1. Open het klimaataanzicht in het midden van  
toneelstuk.  
MetDagen: Selecteer de dagen van de week  
voor het voorspellen door te tikken op de but-  
ton voor de dagen van de week.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
6. Set het tijdstip waarop het voorconditioneren  
moet worden voltooid door te scrollen met de  
pijlen.  
}}  
* Optie/accessoire. 207  
 
KLIMAAT  
||7. Tik opBevestigenOm de tijd toe te voegen  
3. Druk op de tijdinstelling die moet zijn  
veranderd.  
Tijd activeren en deactiveren  
instelling.  
instelling voor voorconditionering*  
> A Pop-upvenster wordt getoond.  
> De tijdinstelling wordt toegevoegd aan de lijst en  
is geactiveerd.  
Een tijdinstelling in de timer voor voorconditionering  
kan worden geactiveerd of gedeactiveerd op basis van  
behoefte.  
4. Bewerken de tijd instellen op dezelfde manier als  
beschreven in "een tijdinstelling toevoegen"  
boven.  
WAARSCHUWING  
Gebruik geen voorconditionering als de auto dat is  
Gerelateerde informatie  
Uitgerust met een kachel*:  
In niet -geventileerde ruimtes binnenshuis.  
Uitlaatgassen worden uitgestoten als de verwarming  
begint.  
Op locaties met brandbare of vlam-  
Mable materiaal in de buurt. Brandstof, gas, lang  
Gras, zaagsel, enz. Kan ontbranden.  
Als er een risico bestaat dat de verwarming  
uitlaatlijn kan worden geblokkeerd. Voor  
bijvoorbeeld diepe sneeuw onder de voorkant  
Een deel van de auto kan de hitte belemmeren  
er’s ventilation.  
De timer -knoppen in deParkeerklimaatTab in de  
Klimaatbeeld.  
1. Open het klimaataanzicht in het midden van  
toneelstuk.  
Onthoud dat de voorwaarde kan zijn  
gestart door een timer die is ingesteld voor een  
lang van tevoren.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
3. Activeren/deactiveren een tijdinstelling door tap-  
ping op de timer -knop rechts van de  
instelling.  
Een tijdinstelling bewerken  
1. Open het klimaataanzicht in het midden van  
toneelstuk.  
> De tijdinstelling is geactiveerd/deacti-  
Vated en de knop verlicht/extin-  
Geschaft.  
2.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
208  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
De tijd instellen voor het verwijderen van  
Gerelateerde informatie  
WAARSCHUWING  
voorwaarde*  
Gebruik geen voorconditionering als de auto dat is  
Uitgerust met een kachel*:  
Een tijdinstelling voor voorconditionering die nee is  
langer vereist kan worden verwijderd.  
In niet -geventileerde ruimtes binnenshuis.  
Uitlaatgassen worden uitgestoten als de verwarming  
begint.  
Op locaties met brandbare of vlam-  
Mable materiaal in de buurt. Brandstof, gas, lang  
Gras, zaagsel, enz. Kan ontbranden.  
Als er een risico bestaat dat de verwarming  
uitlaatlijn kan worden geblokkeerd. Voor  
bijvoorbeeld diepe sneeuw onder de voorkant  
Een deel van de auto kan de hitte belemmeren  
er’s ventilation.  
Onthoud dat de voorwaarde kan zijn  
gestart door een timer die is ingesteld voor een  
lang van tevoren.  
De knop voor het bewerken van de lijst/het verwijderen van de tijdset-  
ting in het tabbladParkeerklimaatin het klimaatbeeld.  
1. Open het klimaataanzicht in het midden van  
toneelstuk.  
Gerelateerde informatie  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
DrukkenLijst bewerken.  
4. Druk op het pictogram verwijderen rechts in de  
lijst.  
>
Het pictogram verandert in de tekstVerwijderen.  
5.  
DrukkenVerwijderente bevestigen.  
> De tijdinstelling wordt verwijderd van de  
lijst.  
* Optie/accessoire. 209  
 
KLIMAAT  
Klimaatcomfort tijdens het parkeren*  
Gerelateerde informatie  
Het starten en uitschakelen van het klimaat  
Comfort tijdens het parkeren*  
Het klimaat in het passagierscompart van de auto  
ment kan worden gehandhaafd terwijl de auto dat is  
geparkeerd, b.v. Als de motor moet zijn  
uitgeschakeld maar de bestuurder of passagier (s)  
wil in de auto blijven en de  
niveau van klimaatcomfort.  
Het behoud van klimaatcomforthouten behoudt de cli-  
Maat erna in het passagierscompartiment daarna  
rijden. De functie kan directe start gebruiken  
het middelste display.  
Het behouden van klimaatcomfortbehoud is alleen pos-  
sible via direct start.  
De functie maakt gebruik van verschillende systemen in verschillen  
ENT -gevallen:  
1. Open Klimaatweergave in het middendisplay door  
het symbool in het midden van de  
Klimaatrij.  
Restwarmte van de motor, in verkoudheid  
klimaat, verwarmt het passagierscompart-  
ment tot comforttemperatuur.  
2.  
3.  
Selecteer deParkeerklimaatTab.  
DrukkenHoud het klimaat comfort.  
Als het warm is, koelt de ventilatie de  
Passagierscompartiment door in de lucht te blazen  
Van buiten de auto.  
> Klimaat Comfortbehoud wordt gestart/  
uitgeschakeld en de knop illumi-  
Nates/dooft.  
Het behoud van klimaatcomfort is uitgeschakeld  
Wanneer de auto van buitenaf is vergrendeld  
Gebruik niet onnodig restwarmte.  
Het gebruik van de functie is bedoeld om te onderhouden  
klimaatcomfort wanneer bestuurder of passagiers  
Blijf in de auto.  
Het is niet mogelijk om klimaatcomfort te beginnen  
Retentie als er niet genoeg rest is  
verwarm in de motor om de passagier te behouden  
GER Compartiment klimaat, of als de buitenkant  
Temperatuur is boven ongeveer. 20 ° C (68 ° F).  
Er is een limiet aan hoe lang het klimaat  
Fort kan worden onderhouden in een koud klimaat,  
die afhangt van de hoeveelheid rest  
Warmte beschikbaar.  
210  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Het behoud van klimaatcomfort is uitgeschakeld  
Wanneer de auto van buitenaf is vergrendeld  
Gebruik niet onnodig restwarmte.  
Het gebruik van de functie is bedoeld om te onderhouden  
klimaatcomfort wanneer bestuurder of passagiers  
Blijf in de auto.  
Er is een limiet aan hoe lang het klimaat  
Fort kan worden onderhouden in een koud klimaat,  
die afhangt van de hoeveelheid rest  
Warmte beschikbaar.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 211  
KLIMAAT  
Berichten met betrekking tot parkeerklimaatregeling  
kan ook worden weergegeven in een apparaat dat heeft  
de Volvo op oproep*App.  
Dit symbool belicht in de bestuurder  
display wanneer de parkeerverwarming is  
actief.  
Symbolen en berichten voor parkeren  
klimaatregeling*  
Een aantal symbolen en berichten  
Ding Parking Climate Control kan worden getoond in  
het stuurprogramma -display.  
Symboolbericht  
Specificatie  
Parkeerklimaatregeling is ontkoppeld. Neem contact op met een workshopAom de functie te controleren zodra het kan  
sible.  
Parkeerklimaat  
Service vereist  
Parkeerklimaatregeling wordt tijdelijk losgemaakt. Als het probleem enige tijd aanhoudt, neem dan contact op met een  
werkplaatsAOm de functie te controleren.  
Parkeerklimaat  
Tijdelijk niet beschikbaar  
Parkeerklimaatregeling kan niet worden geactiveerd wanneer het brandstofniveau te laag is om het parkeren te starten  
Parkeerklimaat  
verwarming*. Vul de brandstoftank van het voertuig.  
Niet beschikbaar brandstofniveau te laag  
Parkeerklimaatregeling kan niet worden geactiveerd als het ladingsniveau van de startbatterij te laag is  
Parkeerklimaat  
Start de parkeerverwarming*. Start de auto.  
Niet beschikbaar laadniveau te laag  
De looptijd voor het parkeren van klimaatbesturing is beperkt wanneer de toestand van de heffing in de startbat-  
Tery is laag. Start de auto.  
Parkeerklimaat  
Beperkt ladingsniveau te laag  
A
Een geautoriseerde Volvo -workshop wordt aanbevolen.  
Gerelateerde informatie  
212  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Verwarming*  
WAARSCHUWING  
De kachel heeft twee subfuncties die helpen  
Verhit het passagierscompartiment of motor in  
verschillende situaties.  
Brandstof die eruit morst kan worden ontstoken.  
Schakel eerder de brandstof aangedreven verwarming uit  
beginnen te tanken.  
Zorg ervoor dat er voldoende lading is  
de batterij als de verwarming moet worden gebruikt.  
De kachel heeft twee subfuncties:  
Controleer dat de Driver Display dat  
De kachel is uitgeschakeld. Dit  
Symbool wordt aangestoken wanneer het werkt als  
een parkeerverwarming.  
Brandstof en tanken  
Parkeerverwarming - Verwarmt de passagier Com-  
Martering, indien nodig, wanneer het parkeren  
De voorconditionering van de klimaatcontrole is acti-  
Vated.  
Gerelateerde informatie  
Extra verwarming - Verwarmt de passagier  
compartiment en motor, indien nodig,  
Tijdens het rijden.  
De kachel is brandstof aangedreven en is in de  
motorruimte.  
Waarschuwingslabel op brandstofvullingsflap.  
Wanneer de kachel loopt, kan rook zijn  
uitgestoten van onder het voorste deel van de auto  
en een laag gezoem kan worden gehoord. Een tikken  
geluid van de brandstofpomp kan ook zijn  
gehoord van het achterste gedeelte van de auto. Dit  
is volkomen normaal.  
De kachel gebruikt brandstof uit de normale brandstof van de auto  
tank.  
Als de auto op een steile helling wordt geparkeerd, kan dit dit  
Beperk de brandstoftoevoer tot de kachel.  
Als het niveau in de brandstoftank te laag is, dan  
kachel wordt automatisch uitgeschakeld en de  
Driver Display toont een bericht.  
Batterij en opladen  
De kachel wordt aangedreven door de starter van de auto  
tery. Als het ladingsniveau van de startbatterij is  
Te laag, dan is de verwarming van Auto-  
Matisch en het display van de bestuurder toont een mes-  
verstandig.  
Zorg ervoor dat er genoeg brandstof in de auto zit  
brandstoftank als de verwarming moet worden gebruikt.  
* Optie/accessoire. 213  
 
KLIMAAT  
Parkeerverwarming*  
WAARSCHUWING  
De parkeerverwarming verwarmt de passagier com-  
indien nodig voordat het rijden als de  
De voorconditionering van de auto is geactiveerd.  
Gebruik geen voorconditionering als de auto dat is  
Uitgerust met een kachel*:  
Zorg ervoor dat er genoeg brandstof in de auto zit  
brandstoftank als de parkeerverwarming moet zijn  
gebruikt.  
In niet -geventileerde ruimtes binnenshuis.  
Uitlaatgassen worden uitgestoten als de verwarming  
begint.  
De parkeerverwarming is een van de twee subfuncties  
van de kachel van de auto. De kachel is binnen gemonteerd  
het motorcompartiment.  
Zorg ervoor dat er voldoende lading is  
de startbatterij als de parkeerverwarming  
moet worden gebruikt.  
Op locaties met brandbare of vlam-  
Mable materiaal in de buurt. Brandstof, gas, lang  
Gras, zaagsel, enz. Kan ontbranden.  
Wanneer dit symbool belicht in de  
Driver Display, de parkeerverwarming  
kan actief zijn.  
Als er een risico bestaat dat de verwarming  
uitlaatlijn kan worden geblokkeerd. Voor  
bijvoorbeeld diepe sneeuw onder de voorkant  
Een deel van de auto kan de hitte belemmeren  
er’s ventilation.  
Herhaald gebruik van de parkeerverwarming  
Bined met korte reizen kan ontladen  
de batterij en starten starten.  
Wanneer de kachel loopt, kan rook zijn  
uitgestoten van onder het voorste deel van de auto  
en een laag gezoem kan worden gehoord. Een tikken  
geluid van de brandstofpomp kan ook zijn  
gehoord van het achterste gedeelte van de auto. Dit  
is volkomen normaal.  
Als de kachel regelmatig wordt gebruikt,  
dan moet de auto voor hetzelfde worden gereden  
hoeveel tijd dat de kachel wordt gebruikt  
Bestel ervoor te zorgen dat de batterij van de auto is  
opgeladen met dezelfde hoeveelheid energie  
zoals verteerd door de parkeerverwarming.  
Onthoud dat de voorwaarde kan zijn  
gestart door een timer die is ingesteld voor een  
lang van tevoren.  
WAARSCHUWING  
Als er een geur van brandstof is, ongewone hoeveelheden  
van rook, zwarte rook of ongebruikelijke geluiden  
Afkomstig van de parkeerverwarming, schakel uit  
de verwarming en, indien mogelijk, zijn zekering eruit halen.  
Volvo beveelt aan dat een geautoriseerde  
Volvo -workshop moet worden gecontacteerd  
reparatie.  
De parkeerverwarming begint automatisch als de  
Voorconditionering van het parkeerklimaat*is geactiveerd  
en het passagierscompartiment moet zijn  
opgewarmd.  
Afhankelijk van factoren zoals de beschikbaarheid van brandstof,  
Batterijspiegel, passagierscompartiment TEM-  
peratuur en omgevingstemperatuur, de verwarming  
heeft verschillende looptijden, maar nooit langer  
dan 30 minuten.  
Gerelateerde informatie  
214  
* Optie/accessoire.  
 
KLIMAAT  
Activeren en deactiveren  
Extra verwarming*  
Automatische start van de hulpverwarming*  
De hulpverwarming helpt de passagent  
GER -compartiment en motor tijdens het rijden.  
De extra kachel is een van de twee subfunc-  
De kachel van de auto. De kachel is gemonteerd  
in het motorcompartiment.  
De hulpverwarming helpt de passagent  
GER -compartiment en motor tijdens het rijden.  
Het is mogelijk om in te stellen of automatisch start  
Voor de extra kachel moet worden geactiveerd/  
gedeactiveerd.  
1.  
DrukkenInstellingenin het bovenaanzicht in de cen-  
Drie display.  
Wanneer de kachel loopt, kan rook zijn  
uitgestoten van onder het voorste deel van de auto  
en een laag gezoem kan worden gehoord. Een tikken  
geluid van de brandstofpomp kan ook zijn  
gehoord van het achterste gedeelte van de auto. Dit  
is volkomen normaal.  
2.  
3.  
DrukkenKlimaat.  
UitkiezenExtra verwarmingom te activeren/  
deactiveren automatische start van de addi-  
tionale verwarming.  
De extra kachel begint en wordt gecontroleerd  
automatisch wanneer verwarming vereist is  
De auto wordt gedreven.  
Volvo beveelt aan dat de automatische  
Start voor de extra kachel zou moeten zijn  
uitgeschakeld voor korte rijafstanden.  
Het schakelt automatisch uit wanneer de auto is  
uitgeschakeld.  
Gerelateerde informatie  
Zorg ervoor dat er genoeg brandstof in de auto zit  
brandstoftank als de hulpverwarming moet zijn  
gebruikt.  
Gerelateerde informatie  
* Optie/accessoire. 215