Sleutel, sloten en alarm
Vergrendelingsbevestiging
De auto geeft aan met de flits van gevarenwaarschuwing-
ers wanneer de auto is vergrendeld of ontgrendeld.
Vergrendeling en alarmindicator op de
instrumentenpaneel
Indicatie in slotknoppen
Front door
Exterieur indicatie
Vergrendeling
De gevaarderingsflitsen van de auto geven aan
vergrendelen door de deur te knipperen en in te trekken
spiegel1.
•
Ontgrendeling
De gevaarderingsflitsen van de auto geven aan
•
ontgrendelen door twee flitsen en uitbreiding
De deur spiegelt1.
Vergrendelknoppen met indicatielamp in de voordeur.
Alle deuren, de achterklep en de motorkap moeten zijn
Gesloten voor de auto om aan te geven dat deze is vergrendeld.
Als vergrendeling plaatsvindt met alleen de bestuurder.
gesloten2, vergrendeling zal plaatsvinden, maar het slot
indicatie met gevarenwaarschuwingsflitsen zullen
Zoek alleen plaats als alle deuren, de achterklep
en de motorkap is gesloten.
De slot- en alarmindicator toont de status
van het vergrendelingssysteem:
Een verlichte indicatielamp in het slot maar
Ton van beide voordeur geeft aan dat alle deuren
zijn vergrendeld. Als een deur wordt geopend, zal de lamp
Doven in beide deuren.
Een lange flits duidt op vergrendeling.
•
•
Korte flitsen geven aan dat de auto dat is
vergrendeld.
Snelle flitsen na het ontwapenen van het alarm*
•
Geef aan dat het alarm is geactiveerd.
1
Alleen voor auto's met intrekbare elektrische deurspiegels.
Niet van toepassing op auto's uitgerust met sleutelloze vergrendeling/ontgrendeling*.
2
218
* Optie/accessoire.