Driversteun
||
ze kunnen onjuist worden gedetecteerd
Steile wegen en/of zware ladingen
Pilot Assist is vooral bedoeld om te worden aangedreven
op platte wegen. De functie kan dat mogelijk niet
handhaven het juiste tijdsinterval aan de voertuig
Cle vooruit wanneer ze steile heuvels doorrijden. De
chauffeur moet extra attent en voorbereid zijn
om de remmen toe te passen.
WAARSCHUWING
als rijstrookmarkeringen, met een volgende
Risico van contact tussen het voertuig en
dergelijke obstakels. De bestuurder is verantwoordelijk
ble om ervoor te zorgen dat het voertuig hoofd-
Tains een geschikte afstand van zo
obstakels.
Pilot Assist mag alleen worden gebruikt als dat zo is
heldere rijstrooklijnen geverfd aan elke kant van de
Lane. Al het andere gebruik zal het risico op verhogen
contact met obstakels in de buurt die niet kunnen
worden gedetecteerd door de functies.
De camera- en radarsensoren doen dat niet
het vermogen hebben om alle oncom-
objecten en obstakels in het verkeer
omgevingen, b.v. kuilen, stationair
obstakels of objecten die volledig of
Blokkeer de route gedeeltelijk.
•
Gebruik geen piloothulp als het voertuig draagt
Een zware lading of een trailer slepen.
WAARSCHUWING
Dit is geen botsingsmisvermeldingssystemen
Tem. De bestuurder is altijd verantwoordelijk
en moet ingrijpen als het systeem faalt
om een voertuig voor ons te detecteren.
•
•
Pilot Assist kan niet worden geactiveerd als een trailer,
fietsdrager of iets dergelijks is verbonden met de
elektrisch voertuigsysteem.
Pilot Assist "ziet" niet -voetgangers,
Dieren, etc.
De functie remt niet voor mensen
of dieren en remt niet voor klein
Voertuigen, zoals fietsen en motorrijders
CLES. Evenzo remt het niet voor laag
aanhangwagens, tegemoetkomende, langzaam bewegende of sta-
tionaire voertuigen en objecten.
•
•
De aanbevolen stuurinvoer is
beperkt van kracht, wat betekent dat het
kan de bestuurder niet altijd helpen om te sturen
en houd het voertuig in de baan.
Andere beperkingen
DeBuiten de wegDe aandrijfmodus kan niet worden geselecteerd
Wanneer piloothulp wordt geactiveerd.
Gebruik de functie niet in veeleisend
situaties, zoals in stadsverkeer, op
kruispunten, op gladde oppervlakken,
met veel water of slush op de weg,
in zware regen/sneeuw, in slecht zicht, op
kronkelende wegen, of op/uit hellingen.
•
In voertuigen uitgerust met sensus
Navigatie*, de functie kan gebruiken
informatie uit kaartgegevens, welke
kunnen variaties in prestaties veroorzaken.
•
•
De functie gebruikt de camera van het voertuig en
radarsensor, die bepaalde generaal heeft
Beperkingen.
Pilot Assist wordt uitgeschakeld als de
snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
Wielweerstand werkt bij verminderd
kracht, b.v. tijdens het koelen door over-
verwarming.
Gerelateerde informatie
De bestuurder kan het stuur altijd corrigeren of aanpassen
ing hulp van Pilot Assist van Turn-
het stuur naar de gewenste positie.
Piloothulp*(p. 289)
•
Beperkingen van camera/radarsensor (p. 311)
•
45
Afhankelijk van de markt kan deze functie standaard of optioneel zijn.
296
* Optie/accessoire.