VERLICHTING
Actieve buiglichten*(p. 158)
Het achterste mistlicht wordt automatisch uitgeschakeld wanneer:
•
•
Achterste mistlicht
Het achterste mistlicht is aanzienlijk helderder
dan gewone achterlichten en zou alleen moeten zijn
gebruikt om andere weggebruikers te helpen het voertuig te zien
Wanneer de zichtbaarheid wordt verminderd door dergelijke voorwaarden
Als mist, sneeuw, rook of stof.
Lichtfuncties aanpassen via het midden
display (p. 153)
Het ontsteking is uitgeschakeld of de verlichtingsring is binnen
de positie.
De verlichtingsring bevindt zich in de
•
positie
•
en de voorste mistlichten zijn uitgeschakeld.
Voorschriften betreffende mistlichtgebruik achter
variëren van land tot land.
Gerelateerde informatie
Verlichtingsregeling en paneel (p. 152)
•
Voorste mistlichten/hoekverlichting*
•
(p. 159)
Ontstekingsmodi (p. 385)
•
Achter mistlichtknop.
Het achterste mistlicht bestaat uit een licht aan de achterkant
van het voertuig aan de bestuurderskant.
Het achterste mistlicht kan alleen worden gebruikt wanneer:
ontstekingsmodusIIis actief en de verlichting
Ring is in positie of
•
De verlichtingsring bevindt zich in de
positie
•
En de voorste mistlichten zijn aan.
Druk op de knop om aan/uit te schakelen. De
Symbool in het instrumentenpaneel verlicht
Wanneer het achterste mistlicht is ingeschakeld.
160
* Optie/accessoire.