Download App

Download our app using application store!

Volvo SUV 2020 Verlichting -> Richtingaanwijzers gebruiken

VERLICHTING  
Turn -signalen gebruiken  
Actieve buiglichten*  
De draaiingssignalen van het voertuig worden gecontroleerd met behulp van  
De linker stuurhendel. De beurt  
signalen die drie keer of continu flitsen,  
Afhankelijk van hoe ver op of neer de hendel is  
verplaatst.  
Actieve buiglichten (ABL) zijn ontworpen om  
Help extra verlichting te bieden in bochten en  
kruispunten. Afhankelijk van het apparatuurniveau,  
Voertuigen met LED3koplampen*kan uitrustend zijn  
PED met actieve buiglichten.  
Deze automatische knipperende reeks kan  
worden onderbroken door onmiddellijk te bewegen  
de hendel in de tegenovergestelde richting.  
Als de turn -signaalindicator meer knippert  
Raadpleeg de mes-  
salie in het instrumentenpaneel.  
Continue knipperende reeks  
Beweeg de hendel omhoog of omlaag tot mogelijk  
was.  
De hendel stopt in zijn eindpositie en kan  
handmatig of automatisch terug worden verplaatst  
het stuur bewegen.  
Gerelateerde informatie  
Hazard Warning Flashers (p. 161)  
Draai signalen.  
Koplamppatroon met functie gedeactiveerd (links) en  
geactiveerd (rechts).  
Lichtfuncties aanpassen via het midden  
display (p. 153)  
Triple Flash -indicator  
Actieve buiglichten volgen de beweging van  
het stuurwiel om extra illumi-  
natie in rondingen en kruispunten, helpen  
Verbeter de zichtbaarheid voor de bestuurder.  
Verplaats de stuurwielhendel omhoog of omlaag  
naar de eerste positie en release. De beurt  
Signalen flitsen drie keer. Als de func-  
Tion wordt gedeactiveerd via het middelste display,  
De signalen zullen eenmaal flitsen.  
De functie wordt automatisch geactiveerd wanneer  
De motor wordt gestart. Als een fout wordt gedetecteerd  
het systeem, de  
Symbool zal verlichten  
het instrumentenpaneel en een bericht zullen zijn  
weergegeven.  
3
LED (licht emitting diode)  
158  
* Optie/accessoire.  
 
VERLICHTING  
De functie is alleen actief in zwak daglicht of  
donkere omstandigheden en alleen wanneer het voertuig is  
Bewegen en de lage balken zijn aan.  
De mistlichten vooraan worden automatisch uitgeschakeld  
Wanneer het contact is uitgeschakeld of wanneer de  
Voorste mistlichten/hoek  
verlichting*  
Verlichtingsring is in positie  
.
De mistlichten kunnen handmatig worden geactiveerd  
Bij het rijden in mist en worden geactiveerd Auto-  
Matisch wanneer u een back -up maakt om te helpen augmenteren  
het back -uplicht.  
De functie deactiveren/activeren van de functie  
De functie wordt geactiveerd als de standaardfabriek  
instellen en kunnen worden geactiveerd en gedeactiveerd  
In de functieweergave van het middenweergave:  
Voorschriften met betrekking tot mistlichtgebruik variëren  
van land tot land.  
Als het voertuig is uitgerust met hoekverlichting  
natie*, de mistlichten zijn geactiveerd automatisch  
cally in zwakke daglicht of donkere omstandigheden  
verlicht het gebied diagonaal voor de  
voertuig.  
Tik op deActieve buiging  
Lichtenknop.  
Inkopenverlichting*  
De voorste mistlampen kunnen de bochten omvatten  
Lichtenfunctie, die tijdelijk verlicht  
het gebied diagonaal voor de auto in de  
richting Het stuur is ingeschakeld  
scherpe bocht, of in de richting getoond door de  
Richtingsindicatoren.  
Gerelateerde informatie  
Lichtfuncties aanpassen via het midden  
display (p. 153)  
De functie is geactiveerd in zwak daglicht of  
Donkere omstandigheden wanneer de verlichtingsring zich bevindt  
of  
modus en de voertuigsnelheid is  
Minder dan ongeveer 30 km/u (ongeveer 20 mph).  
Beide bochten-illluminatie is ook illumi-  
genateerd als een aanvulling op de achterlichten wanneer  
omkeren.  
Knop voor mistlichten vooraan.  
De functie wordt geactiveerd als de standaardfabriek  
instellen en kunnen worden geactiveerd en gedeactiveerd  
met behulp van het middelste display.  
De voorste mistlichten kunnen worden ingeschakeld wanneer de  
Ontsteking is in de modusIIen de verlichtingsring is binnen  
positie  
Tik op de knop om de  
functie. De Symbool in het instrument  
,
of  
.
Gerelateerde informatie  
Verlichtingsregeling en paneel (p. 152)  
Ontstekingsmodi (p. 385)  
paneel komt aan wanneer de voorste mistlichten zijn  
op.  
}}  
* Optie/accessoire. 159  
 
VERLICHTING  
Het achterste mistlicht wordt automatisch uitgeschakeld wanneer:  
Achterste mistlicht  
Het achterste mistlicht is aanzienlijk helderder  
dan gewone achterlichten en zou alleen moeten zijn  
gebruikt om andere weggebruikers te helpen het voertuig te zien  
Wanneer de zichtbaarheid wordt verminderd door dergelijke voorwaarden  
Als mist, sneeuw, rook of stof.  
Lichtfuncties aanpassen via het midden  
display (p. 153)  
Het ontsteking is uitgeschakeld of de verlichtingsring is binnen  
de positie.  
De verlichtingsring bevindt zich in de  
positie  
en de voorste mistlichten zijn uitgeschakeld.  
Voorschriften betreffende mistlichtgebruik achter  
variëren van land tot land.  
Gerelateerde informatie  
Verlichtingsregeling en paneel (p. 152)  
Ontstekingsmodi (p. 385)  
Achter mistlichtknop.  
Het achterste mistlicht bestaat uit een licht aan de achterkant  
van het voertuig aan de bestuurderskant.  
Het achterste mistlicht kan alleen worden gebruikt wanneer:  
ontstekingsmodusIIis actief en de verlichting  
Ring is in positie of  
De verlichtingsring bevindt zich in de  
positie  
En de voorste mistlichten zijn aan.  
Druk op de knop om aan/uit te schakelen. De  
Symbool in het instrumentenpaneel verlicht  
Wanneer het achterste mistlicht is ingeschakeld.  
160  
* Optie/accessoire.