Volvo SUV 2020 Wielen en banden

De functie van de banden is om belastingen te dragen, pro-

vide tractie op wegoppervlakken, verminder vibra-

en bescherm de wielen tegen slijtage.

De banden beïnvloeden het voertuig aanzienlijk

rijeigenschappen. Het type, afmetingen,

Bandendruk en snelheidsclassificatie hebben een overweging

Eerbare impact op hoe het voertuig presteert.

Sommige Volvo -modellen zijn uitgerust met een

Ultra high -performance band en wiel

combinatie ontworpen om maxi-

Mama droge bestraffing prestaties

Sideratie voor hydroplanistandweerstand.

Ze kunnen vatbaarder zijn voor weghazers

ARD -schade en, afhankelijk van het rijden

voorwaarden, kunnen een looptijd van minder bereiken van minder

dan 30.000 km (20.000 mijl). Zelfs als

Dit voertuig is uitgerust met Volvo's

Geavanceerd AWD- of stabiliteitssysteem, deze

Banden zijn niet ontworpen voor winter rijden,

en moet worden vervangen door winterbanden

Wanneer weersomstandigheden dicteren.

Aanbevolen banden

Bij levering is de auto uitgerust met Volvo

originele banden met de vol¹markeren

de zijkant van de banden. Deze banden zijn geweest

speciaal ontworpen voor uw voertuig. Het is

daarom belangrijk bij het vervangen van banden dat

De nieuwe banden hebben dezelfde markering om te helpen

Handhaaf de rijeigenschappen van het voertuig,

Comfort en brandstofverbruik.

Uw voertuig is volgens banden uitgerust

naar de bandeninformatiebladen van het voertuig op de

B-pilder (het structurele lid aan de zijkant van

het voertuig, aan de achterkant van de bestuurdersportier

opening).

WAARSCHUWING

Een beschadigde band kan ertoe leiden dat de bestuurder

de controle over het voertuig verliezen.

Nieuwe banden

De banden hebben een goede weg die karakter heeft

tics en bieden een goede handling op droog en nat

oppervlakken. Er moet echter worden opgemerkt dat de

banden zijn ontwikkeld om deze te geven

tures op sneeuw/ijsvrije oppervlakken.

De meeste modellen zijn uitgerust met "All-Season"

banden, die een iets hoger bieden

mate van wegbezit op gladde weg Surfa-

CES dan banden zonder de "all-season" rating.

Voor optimale wegbezit op ijzige of

met sneeuw bedekte wegen, beveelt Volvo aan

Sneeuwbanden op alle vier de wielen.

1

Dit kan variëren voor bepaalde bandenafmetingen.

516

Wielen en banden

Banden zijn bederfelijke goederen. Na een paar jaar,

Ze zullen beginnen te verharden en hun wrijving

Eigenschappen zullen geleidelijk verslechteren. Altijd

Vervang banden door de meest verse banden mogelijk.

Dit is vooral belangrijk voor sneeuwbanden. A

Serie nummers wordt op de zijwand ingeprent

van de band. De laatste vier cijfers in de serie zijn

Het ministerie van Transport (DOT)

stempel en geeft de week en het jaar aan de

Banden werd vervaardigd. De band in de illustra-

Tion heeft 0717 als de laatste vier cijfers, die

betekent dat het week 7 van 2017 werd vervaardigd.

Correcte uitlijning voor het wiel is erg

belangrijk.

Geautoriseerde Volvo -workshop. Als significante verschillen

Ferences in slijtage (> 1 mm verschil in loopvlak

diepte) tussen de banden zijn al opgetreden-

rood, de minst versleten banden moeten altijd zijn

op de achterwielen gemonteerd. Een voorwiel

Skid (onderstuur) is meestal gemakkelijker te controleren

dan een achterwielige slip (overstuur). Als de voorkant

wielen skid, het voertuig zal doorgaan in een

rechte lijn in plaats van de achterste wielen skid-

Ding opzij, wat u zou kunnen veroorzaken

Verlies volledig de controle over het voertuig. Het is

daarom belangrijk dat de achterwielen nooit

verlies grip voor de voorwielen.

•

Onevenwichtige wielen beïnvloeden de bandeneconomie

en rijcomfort.

Banden moeten dezelfde richting behouden als

rotatie gedurende hun hele leven.

Bij het vervangen van banden, de banden met de

Het meeste loopvlak moet aan de achterkant worden gemonteerd

wielen om de kans op overstuur te verminderen

tijdens hard remmen.

Het raken van stoepranden of gaten kan de

Banden en/of wielen permanent.

•

Bandentijdperk

Wielen en banden opslaan

Banden degraderen na verloop van tijd, zelfs als ze dat zijn

niet gebruikt. Het wordt aanbevolen om banden

Over het algemeen worden vervangen na 6 jaar normaal

dienst. Warmte veroorzaakt door hete klimaten, frequent

Hoge laadomstandigheden of ultra violet (U.V.)

Blootstelling kan het verouderingsproces versnellen.

De tijdelijke reserve²moet ook worden vervangen

met intervallen van 6 jaar, zelfs als het nooit is geweest

gebruikt. Een band met bijvoorbeeld zichtbare scheuren of verkleuring

Oratie moet onmiddellijk worden vervangen.

Bandenrotatie

Bij het opslaan van complete wielen (banden gemonteerd

op velgen), moeten ze worden opgeschort van de

vloer of op hun zijkanten op de vloer geplaatst.

Uw voertuig heeft geen vereiste bandenrotatie. Driv-

ing stijl, bandenspanning, klimaat en weg

Dities beïnvloeden hoe snel de banden ouder worden en

tekenen tekenen van slijtage. Het juiste handhaven

Bandendruk helpt de looptijd van de loopvlak gelijkmatig te houden

geteisterd.

Banden die niet op velgen zijn gemonteerd, moeten worden opgeslagen

hun kanten of rechtop staan, maar zou dat niet moeten

worden geschorst.

Om verschillen in loopvlakdiepte en te helpen voorkomen

Draag patronen die zich vormen op de banden, de voorkant

en achterwielen moeten worden gedraaid, d.w.z.

Voorbanden verplaatst naar de achterkant en de achterbanden

naar voren bewogen. Idealiter zou bandenrotatie moeten

de eerste keer na ongeveer gedaan

5000 km (Ca 3100 mijl) en daarna op

10.000 km (ongeveer 6200 mijl) intervallen.

Banden moeten bij voorkeur worden opgeslagen in een coole,

droge, donkere plaats, en mag nooit worden opgeslagen

in de nabijheid van oplosmiddelen, benzine,

oliën, etc.

Bandeneconomie

Handhaaf de juiste bandenspanning.

•

Vermijd snel start, hard remmen en band

Gieren.

•

Bandenslijtage neemt toe met snelheid.

•

Als u vragen heeft over het loopvlak

Diepte, Volvo beveelt aan om een

2

Niet beschikbaar op alle modellen.

}}

517

Wielen en banden

||

Bandenrichting van rotatie

WAARSCHUWING

Banden met loopvlak ontworpen om er maar één in te rollen

richting wordt gemarkeerd met een pijl op de

zijwand.

De wiel- en bandmaten voor uw Volvo

Gebruik banden van hetzelfde type, afmetingen en

Maak (fabrikant) op elke as.

•

zijn gespecificeerd om te voldoen aan de stringente stabiliteit

en hanteringsvereisten. Niet meer-

bewezen combinaties van wiel/bandengrootte

kan een negatieve invloed hebben op de sta-

bility en hantering.

Gerelateerde informatie

•

Elke schade veroorzaakt door de installatie van

niet-goedgekeurd wiel/bandengrootte combinatie

tions zullen niet worden gedekt door uw nieuwe

Voertuiggarantie. Volvo neemt nee aan

verantwoordelijkheid voor overlijden, letsel of

uitgaven die uit dergelijke kunnen voortvloeien

installaties.

De pijl toont de rotatierichting van de band.

Gerelateerde informatie

Bandenrichting van rotatie (p. 518)

Tread slijtage -indicator (p. 519)

•

De band moet dezelfde direct behouden

rotatie gedurende zijn levensduur.

•

Banden mogen alleen worden verplaatst tussen de

voor en achter, nooit van rechts naar links of

vice versa.

•

Bandendrukbewakingssysteem *

(p. 525)

Onjuist gemonteerde banden beïnvloeden de voertuig

CLE's remeigenschappen en het vermogen om te dwingen

Afgezien van regen, sneeuw en slush.

•

Uniforme bandenkwaliteits sorteren (p. 522)

•

Bandenterminologie (p. 519)

De banden met het meeste loopbaan zouden moeten

Wees altijd op de achterwielen gemonteerd

Help het risico op slippen te verminderen.

Banden Sidewall -aanduidingen (p. 520)

Aanbevelingen laden (p. 555)

518

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

kpa: Kilopascal, een metrische eenheid van luchtpres-

Zeker.

Tread Wear Indicator

De indicator van de loopbandkleding toont de status van

Het loopvlak van de band.

Bandenterminologie

Het volgende is een woordenlijst van bandengerelateerde

Voorwaarden.

De bandenleveranciers kunnen extra mark- hebben

ings, aantekeningen of waarschuwingen zoals standaardbelasting,

Radiaal tubeless, etc.

•

Psi: Pond per vierkante inch, een standaard

Eenheid van luchtdruk.

B-stijl: Het structurele lid bij de

zijkant van het voertuig achter de voordeur.

Bandeninformatieblaad: Een bord

De OE -band (originele apparatuur) weergeven

maten, aanbevolen inflatiedruk,

en het maximale gewicht dat het voertuig kan

dragen.

•

Kralengebied van de band: Gebied van de band hierna

naar de rand.

Zijwand van de band: Gebied tussen de

Kraalgebied en het loopvlak.

Loopvlak van de band: Gebied van de perime-

ter van de band die contact opneemt met de weg wanneer

op het voertuig gemonteerd.

Bandenidentificatienummer (TIN): Een num-

ber op de zijwand van elke banden die bieden

Informatie over het merk banden en man-

ufacturerende plant, bandengrootte en datum van man-

Ufectuur.

•

Rand: De metalen ondersteuning (wiel) voor een band

of een band- en buisconstructie waarop

De bandenkralen zitten.

•

De slijtage -indicator van de loopvlak is een smal verhoogd

strip loopt over de lengte van de band

Tread grooves. De letters Twi (loopbladen slijtage

Indicator) zijn zichtbaar aan de zijkant van de band.

Wanneer ongeveer 1,6 mm (1/16 inch) is over

Op het loopvlak zal het loopvlak hetzelfde zijn

Hoogte als het loopvlak van het loopvlak. Vervang de

Banden zo snel mogelijk. Banden met een laag loopvlak

Bied een zeer slechte tractie in regen of sneeuw.

Inflatiedruk: Een maat van de

hoeveelheid lucht in een band.

•

Maximale belastingbeoordeling: een cijfer dat aangeeft

de maximale belasting in kilo's en kilo-

gram die door de band kunnen worden gedragen. Dit

rating wordt vastgesteld door de banden manufac-

Tours.

Standaardbelasting: Een klasse van P-METRIC OF

Metrische banden die zijn ontworpen om een maximum te dragen

Laad op 35 psi [37 psi (2,5 bar) voor metriek

banden]. Het verhogen van de inflatiedruk

buiten deze druk zal de

Banden lading draagmogelijkheden.

Maximaal toegestane inflatie

•

druk: de grootste hoeveelheid lucht-

Natuurlijk zou dat ooit in de band moeten worden geplaatst.

Deze limiet wordt vastgesteld door de bandenfabrikant.

Gerelateerde informatie

Extra belasting: Een klasse van P-METRIC of METRIC

banden ontworpen om een zwaarder maximum te dragen

Laad op 41 psi [43 psi (2,9 bar) voor metriek

banden]. Het verhogen van de inflatiedruk

buiten deze druk zal de

Tyre's lading draagmogelijkheden.

•

•

Aanbevolen bandeninflatiedruk:

inflatiedruk, vastgesteld door Volvo,

die is gebaseerd op het type banden dat is

gemonteerd op een voertuig in de fabriek. Dit

Informatie is te vinden op de bandeninfra-

}}

519

Wielen en banden

||

tie bord (s) aan de bestuurderskant

B-stijl en in de bandeninflatietabel hierin

hoofdstuk.

Banden Sidewall -aanduidingen

De volgende informatie is te vinden op een

Tyre's Sidewall.

Houd er rekening mee dat de volgende band

Benaming is eenAlleen voorbeelden dat

Deze specifieke band is mogelijk niet beschikbaar op

Uw voertuig.

Koude banden: De banden worden beschouwd als zijn

koud als ze dezelfde temperatuur hebben

ture als de omliggende (ambient) lucht. Dit

Temperatuur wordt normaal bereikt na de

Voertuig is gedurende minstens 3 geparkeerd

Uren.

•

1.215: De breedte van de band (in millimeters)

Van Sidewall Edge tot Sidewall Edge. De

groter het nummer, hoe breder de band.

Gerelateerde informatie

2.65: De verhouding van de lengte van de band tot zijn

•

breedte in procent.

3.R: Radiale band (de aanduidingRFen de

symbool geeft aan dat het voertuig is

Uitgerust met optionele zelfvoorzienende run

platte banden³.

Federale wetgeving verplicht dat fabrikanten van banden

Plaats gestandaardiseerde informatie op de zijwand

van alle banden (zie de illustratie).

4.15: De diameter van de wielrand (in

inches).

Het voertuig is met zeker gecertificeerd

Combinaties van wielen en banden.

5.95: De laadindex van de band. In dit voorbeeld, a

Laadindex van 95 is gelijk aan een maximale belasting

van 1521 pond (690 kg).

De volgende informatie wordt vermeld op de band

Sidewall:

6.H: De snelheidsclassificatie van de band of het maximum

snelheid waarmee de band is ontworpen om te zijn

gedreven gedurende langere tijd, dragen

een toegestane belasting voor het voertuig, en

met de juiste inflatiedruk. Voor het examen-

ple, h duidt op een snelheidsbeoordeling van

De bandenaanduiding:

210 km/u (130 mph).

3

Zelfvoorzienende run platbanden zijn mogelijk niet beschikbaar op alle modellen.

520

Wielen en banden

gedragen door de band. Raadpleeg het voertuig

Bandeninformatiebladen op de B-

Pilaar voor de juiste bandenspanning voor uw

voertuig.

H

In

210 km/u (130 mph)

De laadindex van de band en de snelheidsbeoordeling kunnen

verschijnen niet op de zijwand omdat ze

zijn wettelijk niet vereist.

240 km/u (149 mph)

270 km/u (168 mph)

300 km/u (186 mph)

IN

EN

11.Treadwear, tractie en temperatuur

cijfers.

7.M+s of m/s= Modder en sneeuw,BIJ= Alles

Terrein,ALS= Het hele seizoen

12.Maximaal toegestane inflatie

druk:de grootste hoeveelheid lucht-

Natuurlijk zou dat ooit in de band moeten worden geplaatst.

Deze limiet wordt vastgesteld door de bandenfabrikant.

WAARSCHUWING

8.U.S. Dot Tyre Identification Number

(GELOVEN): Dit begint met de letters "dot"

en geeft aan dat de band voldoet aan alle federale

normen. De volgende twee nummers zijn de

fabriekscode waarbij de band manufact was

Tured, de volgende twee zijn de bandengroottecode

en de laatste vier nummers vertegenwoordigen de

week en jaar werd de band gemaakt. Voor

bijvoorbeeld, 0717 betekent dat de band was

vervaardigd tijdens week 7 van 2017. De

Nummers ertussen zijn marketingcodes

gebruikt naar goeddunken van de fabrikant. Dit

Informatie helpt een bandenfabrikant

Identificeer een band voor het terugroepen van veiligheid.

De wiel- en bandmaten voor uw Volvo

zijn gespecificeerd om te voldoen aan de stringente stabiliteit

en hanteringsvereisten. Niet meer-

bewezen combinaties van wiel/bandengrootte

kan een negatieve invloed hebben op de sta-

bility en hantering.

•

Snelheidssymbool

Het snelheidssymbool van een band (SS) geeft de maxi- aan

mama snelheid waarvoor de band certi- is geweest

Fied en zou op zijn minst gelijk moeten zijn aan de

de topsnelheid van het voertuig.

Elke schade veroorzaakt door de installatie van

niet-goedgekeurd wiel/bandengrootte combinatie

tions zullen niet worden gedekt door uw nieuwe

Voertuiggarantie. Volvo neemt nee aan

verantwoordelijkheid voor overlijden, letsel of

uitgaven die uit dergelijke kunnen voortvloeien

installaties.

Winterbanden, met of zonder studs, zijn uitzonderlijk

en kunnen een lagere SS gebruiken. Wanneer de winter

Banden zijn geïnstalleerd, het voertuig is misschien niet

sneller gereden dan de SS van de banden.

De snelheid van het voertuig moet altijd worden afgeschrikt

gedolven door de geposte snelheidslimiet en verkeer

en wegomstandigheden, niet de SS van de band.

9.Bandenply -samenstelling en gebruikte materiaal:

Geeft aan dat het aantal lagen aangeeft of

het aantal lagen met rubber gecoate fab-

Ric in de banden loopvlak en zijwand. Bandenman-

Ufacturers moeten ook de laag aangeven

Materialen in de band en de zijwand,

waaronder staal, nylon, polyester en

anderen.

Gerelateerde informatie

•

De volgende tabel geeft het maximum aan

toegestane snelheid voor elke SS.

M

Q

T

130 km/u (81 mph)

160 km/u (100 mph)

190 km/u (118 mph)

10.Maximale belasting: Geeft het maximum aan

laden in kilo's en kilogrammen die kunnen zijn

521

Wielen en banden

Uniforme bandenkwaliteits sorteren

Gerelateerde informatie

WAARSCHUWING

Banden Sidewall -aanduidingen (p. 520)

•

Alle banden van het passagiersvoertuig moeten

Voldoen aan de federale veiligheid

Vereisten naast deze

Cijfers.

De tractiekwaliteit die aan deze band is toegewezen, is

Gebaseerd op remmen (straight-ahead) tractie

Tests en is geen maat voor bochten

(draaien) tractie.

•

Kwaliteitscijfers zijn te vinden, waarbij de toepassing

ble, op de zijwand van de band tussen het loopvlak

Schouder- en maximale sectiebreedte. Voor

voorbeeld:

TEMPERATUUR

De temperatuurcijfers zijn A (de hoogste), B,

en C, die de weerstand van de band tegen de

Het genereren van warmte en zijn vermogen om te verdwijnen

warmte wanneer getest onder gecontroleerde omstandigheden

op een gespecificeerd indoor laboratoriumtestwiel.

Aanhoudende hoge temperatuur kan de

materiaal van de band om te degenereren en te verminderen

Bandenleven en overmatige temperatuur kan leiden

plotselinge bandenfalen. De graad C komt overeen

tot een minimaal prestatieniveau dat allemaal

Passagiersvoertuigbanden moeten elkaar ontmoeten onder de

Federale motorveiligheidsnorm nr. 109.

Cijfers B en A vertegenwoordigen hogere niveaus van per-

Vorming op het laboratoriumtestwiel dan

het minimum vereist wettelijk.

Treadwear 200 tractie aa temperatuur a

Treadwear

De Treadwear Grade is een vergelijkende beoordeling

Gebaseerd op de slijtage van de band wanneer getest

onder gecontroleerde omstandigheden op een gespecificeerde

Testcursus van de overheid. Bijvoorbeeld een band

Graded 150 zou anderhalf dragen (1 ½)

keer ook op de overheidscursus als een

Banden beoordeeld 100. De relatieve prestaties van

banden hangt af van de werkelijke omstandigheden van

hun gebruik echter, en velen vertrekken significant

Cantant van de norm vanwege variatie in rijden

gewoonten, onderhoudspraktijken en verschillen

in wegkenmerken en klimaat.

WAARSCHUWING

TRACTIE

De temperatuurcijfer voor deze band is Estab-

gelegd voor een band die goed is opgeblazen en

niet overbelast. Overmatige snelheid, onder-

inflatie, of overmatige belasting, ofwel sepa-

Rely of in combinatie, kan warmte veroorzaken

Opbouw en bandenfalen.

De tractieknoppen, van de hoogste tot laagste,

zijn aa, a, b en c, zoals gemeten onder

trolde voorwaarden voor een gespecificeerde overheid

Testoppervlakken van asfalt en beton. Een band

gemarkeerd C kan een slechte tractie hebben die

anne.

522

Wielen en banden

gevonden op de bandeninformatie van het voertuig of

Certificeringslabel.

Bandendruk controleren

WAARSCHUWING

Correcte inflatiedruk helpt bij het verbeteren van de driv-

ing stabiliteit, brandstof besparen en de service vergroten

IJsleven van de banden.

Bandendruk neemt na verloop van tijd af, dat is

normaal. Bandendruk varieert ook afhankelijk van

de omgevingstemperatuur. Rijden op onder-

opgeblazen banden kunnen ervoor zorgen dat het voertuig over-

verwarm en leiden tot schade. Bandendruk beïnvloedt

Reizen comfort, weggeluid en cha-

Racteristiek.

Onder inflatie is de meest voorkomende

oorzaak van bandenfalen en kan resulteren in

Ernstige bandenscheuren, loopvlakscheiding,

of "uitbarsten", met onverwacht verlies van

Voertuigbeheersing en verhoogd risico op

blessure.

•

Als u de inflatiedruk controleert wanneer de banden

zijn warm, je moet nooit lucht loslaten. De

banden worden warm na het rijden en het is nor-

mal voor warme banden om een inflatie te hebben

zeker boven de aanbevolen druk voor

Koude banden. Een warme band met een inflatie-present

zeker gelijk aan of onder de aanbevolen president

zeker voor koude banden kunnen aanzienlijk onder-

opgeblazen.

Ondergebouwen banden verminderen de belasting

draagvermogen van uw voertuig.

Koude banden

Controleer elke maand de druk in de banden.

Gebruik de aanbevolen inflatiedruk voor

koude banden om goede banden te behouden,

anne. Onder opgeblazen of te veel opgeblazen banden

kan ongelijke looplijtage veroorzaken.

Gerelateerde informatie

Inflatiedruk moet worden gecontroleerd wanneer de

Banden zijn koud. De banden worden beschouwd als zijn

koud als ze dezelfde temperatuur hebben als

De omliggende (ambient) lucht. Deze tempera-

Ture wordt normaal bereikt nadat het voertuig heeft

gedurende minstens 3 uur geparkeerd.

Bandendruk aanpassen (p. 524)

•

Bandendrukbewakingssysteem *

(p. 525)

Gebruik een luchtstructuur en controleer de inflar-

druk op alle banden, inclusief de

reserveband⁴, minstens eenmaal per maand en eerder

lange reizen. Volvo beveelt aan om een relia-

BLE -luchtdrukmeter, als automatisch

Meters die op servicestations worden verstrekt, kunnen zijn

onjuist.

•

Na het rijden voor ongeveer 1,6 km (1 mijl),

De banden worden als warm beschouwd. Als u

moet langer rijden dan dat om de

banden, controleer en registreer de inflatiedruk

van de banden eerst en dienovereenkomstig op te blazen wanneer

Je komt aan bij de pomp.

Wanneer de omgevingstemperatuur verandert, zo

doet de inflatiedruk. Een 10-graden tem-

Peratule druppel veroorzaakt een overeenkomstige daling

Inflatiedruk van 1 psi (7 kPa). Controleer de

inflatiedruk van de banden regelmatig en

passen zich aan de juiste druk aan, wat kan zijn

4

Niet beschikbaar in alle modellen.

* Optie/accessoire. 523

Wielen en banden

3. Schroef de klepdop weer op.

Bandendruk aanpassen

Bandendruk neemt na verloop van tijd af, dat is

normaal. De bandendruk moet daarom zijn

aangepast om de aanbevolen band te behouden

druk.

Gebruik de aanbevolen inflatiedruk voor

koude banden om goede banden te behouden,

anne en zelfs dragen.

Als je de band hebt volvolle

op de metalen stengel in het midden van duwen

de klep. Controleer vervolgens de druk opnieuw met

Uw bandenmeter.

Vervang na het opblazen van een band altijd de

klepdop om klepschade te voorkomen

veroorzaakt door grind, vuil, etc.

•

Sommige reservebanden vereisen een hogere inflatie

druk dan de andere banden. Raadpleeg de

Bandeninflatiedruktafel of de inflatie

druksticker.

Gebruik alleen plastic klepdoppen. Metalen doppen

zou kunnen corroderen en moeilijk worden

verwijderen.

Om onjuiste inflatiedruk te voorkomen,

druk moet worden gecontroleerd wanneer de banden

zijn koud. De banden worden beschouwd als zijn

koud als ze hetzelfde hebben bereikt

temperatuur als omgevingstemperatuur

(ongeveer 3 uur nadat het voertuig het laatst was

gedreven). Na het rijden voor een paar kilometer,

De banden zullen opwarmen en de druk zal

toename.

4. Visueel Inspecteer de band om er zeker van te zijn

zijn geen nagels of andere ingebedde objecten

dat zou de band kunnen doorboren en lucht kunnen veroorzaken

lekkage.

Gerelateerde informatie

•

5. Controle de zijwanden om er zeker van te zijn

zijn geen gutsen, sneden, uitstulpingen of andere onregelmatige

ulariteiten.

Goedgekeurde bandendruk (p. 642)

•

6. Herhaal Deze procedure voor elke band, inclusief

ing de reservewiel⁵.

1. Verwijderen de klepdop van de band en

Druk de luchtmeter stevig op

de klep.

2. Opbuigen de band voor de juiste inflatie-present

Zeker; Zie de bandendrukplaat op de

Bestuurszijde B Pillar voor aanbevolen

Druk voor fabrieksgemonteerde banden.

5

Niet beschikbaar op alle modellen.

524

Wielen en banden

Geroepen door de voertuigfabrikant op de

Voertuigbladen of bandeninflatiedruklabel.

(Als uw voertuig banden van een andere grootte heeft dan

de maat aangegeven op het voertuigbord of de band

Inflatiedruklabel moet u bepalen

de juiste bandeninflatiedruk voor die

banden.)

Aanbevolen bandenspanning

Bandendrukbewakingssysteem*

Het bandenspanningsbewakingssysteem⁶pro-

Vides een waarschuwingssymbool in het instrument

paneel als de druk in een of meer te laag is

banden.

De banden drukplaat aan de bestuurderskant

B PILLAR (tussen de voorkant en de achterdeur)

geeft bandendruk aan voor verschillende belastingen en

snelheidsomstandigheden.

Dit symbool belicht om aan te geven

lage inflatiedruk.

Als een toegevoegde veiligheidsfunctie heeft uw voertuig

uitgerust met een bandenspanningsmonitoring

Systeem (TPMS) dat een lage band verlicht

Druk veelzeggend wanneer een of meer van uw

Banden zijn aanzienlijk onder opgebouwd. Overeenstemming-

ievly, wanneer de lage bandenspanning Telltale Illumi-

Nates, u moet stoppen en uw banden controleren als

spoedig mogelijk, en blaas ze op tot de

Juiste druk.

Als er een systeemstoring is, de

Inflatiedrukwaarschuwingssymbool

zal ongeveer een minuut flitsen en

Gloed gestaag.

Systeembeschrijving

Het bandenspanningsbewakingssysteem meet

Verschillen in rotatiesnelheid tussen de

wielen door het ABS -systeem om te bepalen

Als de banden correct zijn opgeblazen. Als inflatie

De druk in een band is te laag, de diameter (en

Bijgevolg verandert de rotatiesnelheid). Door

De banden met elkaar vergelijken, de sys-

TEM kan bepalen of de druk in één of

Meer banden zijn te laag.

Rijden op een aanzienlijk ondergebrachte band

zorgt ervoor dat de band oververhit raakt en kan leiden tot band

mislukking. Onderbinding vermindert ook de brandstofeffi-

Ciency and Tyre Tread Life, en kan de

het hanterings- en stop vermogen van het voertuig. Alsjeblieft

Merk op dat de TPMS geen vervanging is

Juiste bandenonderhoud, en het is de bestuurder

verantwoordelijkheid om de juiste bandenspanning te behouden,

Zelfs als de onderlichting niet heeft bereikt

Niveau om verlichting van de TPMS Low te activeren

Bandendruk Telltale.

Het sticker specificeert de aanduiding voor de fac-

op Tory gemonteerde banden op het voertuig, evenals

Laadlimieten en inflatiedrukken.

Gerelateerde informatie

•

Algemene informatie over de bandenspanning

monitoringsysteem

In de volgende beschrijving, de bandenmonitor-

Ing -systeem wordt over het algemeen TPMS genoemd.

Goedgekeurde bandendruk (p. 642)

•

Elke band, inclusief de reserve (indien verstrekt)⁷

moet maandelijks worden gecontroleerd wanneer koud en

opgeblazen tot de inflatiedruk van

Uw voertuig is ook uitgerust met een

TPMS -storingindicator om aan te geven wanneer

6

Bandendrukbewakingssysteem (TPMS)

Niet beschikbaar op alle modellen.

7

}}

* Optie/accessoire. 525

Wielen en banden

||Het systeem werkt niet goed. De

TPMS -storingindicator wordt gecombineerd met

De lage bandenspanning tentaal. Wanneer het systeem

detecteert een storing, het Telltale zal flitsen voor

ongeveer een minuut en dan blijven

continu verlicht. Deze volgorde zal

Ga door met opeenvolgende voertuigstart-ups als

zolang de storing bestaat. Wanneer de mal-

functie -indicator is verlicht, het systeem

mag mogelijk niet in staat zijn om lage band te detecteren of te signaleren

druk zoals bedoeld.

Bandendruk lage controle auto -status

App in het middenweergave

•

WAARSCHUWING

Onjuiste inflatiedruk kan leiden

om falen te vervormen, wat het kan veroorzaken

bestuurder om de controle over het voertuig te verliezen.

•

Bandendruksysteem tijdelijk

niet beschikbaar

Bandendruksysteemdienst vereist

Het systeem kan geen plotselinge band voorspellen

schade.

Om in gedachten te houden

Bewaar altijd de nieuwe inflatiedruk in

het systeem na het veranderen van een band of aanpassen

ing de inflatiedruk.

•

Gerelateerde informatie

Bandendrukstatus bekijken in het midden

•

Als u overschakelt naar een band van een ander formaat dan

de op de fabriek gemonteerde banden, het systeem

moet worden gereset door een nieuwe inflatie op te slaan

druk voor deze banden om onwaar te voorkomen

waarschuwingen.

Als een reservewiel⁸wordt gebruikt, het is mogelijk dat

Het bandenspanningsbewakingssysteem zal

niet correct werken vanwege de verschillen

tussen de wielen.

weergave *(p. 528)

•

TPMS -storingen kunnen optreden voor een verscheidenheid van

Redenen, inclusief de installatie van vervang-

ment of alternatieve banden of wielen op de voertuig

CLE die voorkomen dat de TPM's functioneren

op de juiste manier.

Actie wanneer gewaarschuwd voor lage bandendruk

(p. 529)

•

•

Controleer altijd de TPMS -storingen Telltale

Na het vervangen van een of meer banden of wielen op

Uw voertuig om ervoor te zorgen dat de vervanging of

Alternatieve banden en wielen laten de TPM's toe

Blijf correct functioneren.

Het systeem vervangt niet de behoefte aan

Regelmatige bandeninspectie en onderhoud.

•

Berichten in het instrumentenpaneel

Als de bandenspanning te laag is, de lage bandendruk

Waarschuwingssymbool wordt getoond in het instrument

paneel samen met een bericht. Controleer de infla-

tie druk in deAuto -statusapp in de

centrumweergave.

Het is niet mogelijk om de band te deactiveren

Drukbewakingssysteem.

8

Niet beschikbaar op alle modellen.

526

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

Sta de opslagprocedure correct toe

plet tijdens een enkele bedrijfscyclus.

Een nieuwe inflatiedruk opslaan in

the monitoring system*

Het voertuig moet stilstaan voor de

Bewaar drukbutton to be selectable.

Om de banden drukbewaking sys-

Hij heeft⁹Om correct te functioneren, verwijst bandenspanning

Ence -waarden moeten correct worden opgeslagen. Om te helpen

Zorg ervoor dat het systeem de

Driver van lage inflatiedruk, dit moet zijn

gedaan telkens wanneer de banden worden gewijzigd of de

Inflatiedruk wordt aangepast.

Bijvoorbeeld bij het rijden met een zware lading

of bij hoge snelheden (meer dan 160 km/u (100 mph)),

Bandendruk moet worden aangepast aan de volvo-

Aanbevolen bandendrukwaarden. De sys-

TEM moet dan worden gereset door de nieuwe te redden

inflatiedruk.

WAARSCHUWING

De uitlaatgassen bevatten koolstofmonox-

Ide, die onzichtbaar en geurloos is, maar zeer erg

giftig. De procedure voor het opslaan van een nieuwe

inflatiedruk moet daarom altijd zijn

buiten uitgevoerd of in een workshop met

uitlaatgas extractie.

6.

KraanBewaar druk.

7.

KraanOKOm te bevestigen dat de bandenspanning erin

Alle vier de banden zijn gecontroleerd en

aangepast.

8. Drive het voertuig tot de nieuwe inflatie

druk is bespaard. De nieuwe infla-

De druk wordt opgeslagen wanneer het voertuig is

Gedreven bij snelheden van meer dan 35 km/u (22 mph).

Gerelateerde informatie

Bandendruk aanpassen (p. 524)

•

> Wanneer Er zijn voldoende gegevens verzameld

voor het systeem om lage inflatie te detecteren

druk, de animatie die de

De voortgang van de opslagprocedure zal

Verdwijn van het middendisplay. De

systeem zal geen verdere con-

beveiliging dat de nieuwe inflatiepresentatie

zeker is opgeslagen.

Bandendrukstatus bekijken in het midden

Om de nieuwe inflatiedruk op te slaan als een verwijzing

ence waarde in het systeem:

weergave *(p. 528)

Actie wanneer gewaarschuwd voor lage bandendruk

(p. 529)

•

1. Schakelaar van het ontsteking.

Bandendrukbewakingssysteem *(p. 525)

2. Opbuigen de band voor de juiste inflatie-present

Zeker; Zie de bandendrukplaat op de

Bestuurszijde B Pillar voor aanbevolen

Druk voor fabrieksgemonteerde banden.

Als opslag niet kan worden uitgevoerd,Opslag

Druk niet succesvol. Probeer het opnieuw.zal zijn

weergegeven.

3. Start het voertuig.

4.

5.

Open deAuto -statusApp in app -weergave.

KraanTPMS.

Als de ontsteking van het voertuig eerder is uitgeschakeld

de nieuwe inflatiedruk is bespaard, de

Procedure moet opnieuw worden uitgevoerd. Om te helpen

Zorg ervoor dat de nieuwe inflatiedruk wordt bespaard

9

Bandendrukbewakingssysteem (TPMS)

* Optie/accessoire. 527

Wielen en banden

Hieronder staan enkele voorbeelden van berichten die

kan worden weergegeven voor de inflatiedrukstatus

en wat ze bedoelen.

Bandendrukstatus bekijken in de

Gerelateerde informatie

middenweergave*

•

Actie wanneer gewaarschuwd voor lage bandendruk

Met het systeem voor bandendrukmonitor-

ing ¹⁰, bandendrukstatus kan worden bekeken in

het middelste display.

(p. 529)

•

Instrument

Het indicatorsymbool zal

Illumineren om dat aan te geven

De inflatiedruk is laag

in een of meer banden. Zien

deAuto -statusapp in

het centrumweergave voor

Meer informatie.

paneel:Band

Bandendrukbewakingssysteem *(p. 525)

•

Controlestatus

Druk laag

Controleer de auto

Voertuigstatus (p. 572)

Het voertuig moet mogelijk voor een paar worden gereden

Minuten met een snelheid boven 35 km/u (22 mph)

om het systeem te activeren.

Status -app in

middenweergave

1.

Open deAuto -statusApp in app -weergave.

Instrument

paneel:Band

Druksystemen-

heeft tijd-

Vertrouwen

geworden

Het indicatorsymbool zal

Flits ongeveer 1 minuut

En dan gestaag gloeien.

Het systeem is tijdelijk

niet beschikbaar en zal zijn

tijdelijk geactiveerd.

2.

KraanTPMSOm de status van de

banden.

Statusindicatorlicht

Instrument

paneel:Band

Druksystemen-

TEM -service

vereist

Het indicatorsymbool zal

Flits ongeveer 1 minuut

En dan gestaag gloeien. Als

Het systeem is niet werk-

Nast, neem contact op met a

werkplaats^A.

A

Een geautoriseerde Volvo -workshop wordt aanbevolen.

De illustratie is generiek. Lay-out kan variëren afhankelijk

ing op voertuigmodel of softwareversie.

10

Bandendrukbewakingssysteem (TPMS)

528

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

Actie wanneer gewaarschuwd voor lage band

druk

Gerelateerde informatie

Bandendruk aanpassen (p. 524)

•

Om onjuiste inflatiedruk te voorkomen,

druk moet worden gecontroleerd wanneer de banden

zijn koud. De banden worden beschouwd als zijn

koud als ze hetzelfde hebben bereikt

temperatuur als omgevingstemperatuur

(ongeveer 3 uur nadat het voertuig het laatst was

gedreven). Na het rijden voor een paar kilometer,

De banden zullen opwarmen en de druk zal

toename.

Wanneer de inflatiedruksystemen

Hij heeft¹¹detecteert lage inflatiedruk in een band,

Onmiddellijke actie is vereist.

Als het indicatorsymbool van het systeem illu-

Minaten en de boodschapBand

Druk laagwordt weergegeven, check

de bandenspanning en opblazen als het noodzakelijk is

Foto.

Bandendrukstatus bekijken in het midden

•

weergave *(p. 528)

Bandendrukbewakingssysteem *(p. 525)

•

1. Schakelaar van het ontsteking.

2. Controle de inflatiedruk op alle vier

Banden met behulp van een bandenspanningsmeter.

Vervang na het opblazen van een band altijd de

klepdop om klepschade te voorkomen

veroorzaakt door grind, vuil, etc.

•

3. Opbuigen de band voor de juiste inflatie-present

Zeker; Zie de bandendrukplaat op de

Bestuurszijde B Pillar voor aanbevolen

Druk voor fabrieksgemonteerde banden.

Gebruik alleen plastic klepdoppen. Metalen doppen

zou kunnen corroderen en moeilijk worden

verwijderen.

4. Na de inflatiedruk is geweest

aangepast, bewaar altijd de nieuwe inflatie

druk in het systeem via de middelste dis-

toneelstuk.

WAARSCHUWING

Onjuiste inflatiedruk kan leiden

om falen te vervormen, wat het kan veroorzaken

bestuurder om de controle over het voertuig te verliezen.

•

Houd er rekening mee dat het indicatorsymbool

zal niet uitgaan tot de lage bandenspanning

is gecorrigeerd en een opslagproces

Dure is gestart voor de nieuwe inflatie

druk.

Het systeem kan geen plotselinge band voorspellen

schade.

11

Bandendrukbewakingssysteem (TPMS)

* Optie/accessoire. 529

Wielen en banden

Bij het veranderen van wielen

Gereedschapskit

Gerelateerde informatie

•

De wielen kunnen worden gewijzigd, b.v. om over te schakelen naar

Sneeuwbanden of reservebanden. Volg de applica-

BLE -instructies voor het verwijderen en installeren

het wiel.

Tools voor b.v. Slepen of wielen veranderen

voorzien in het vrachtcompartiment van het voertuig.

Rooster *(p. 531)

Het slepen en verwijderen van het sleepper

(p. 439)

Veranderen naar banden van een ander

dimensie

Zorg ervoor dat de bandendimensie is goedgekeurd

voor gebruik op het voertuig.

Gerelateerde informatie

Een wiel installeren (p. 534)

•

Rooster*

Sneeuwbanden (p. 537)

Reservewiel (p. 535)

Wielbouten (p. 531)

Gereedschap voor het verwijderen van de plastic wielbout

covers

Trechter voor het bijvullen van vloeistoffen

Wielboutsleutel*en slepen oogje

Het schuimblok onder het vrachtcompartiment

vloer bevat het sleepoogel, de bandenafdichting-

ing System, het gereedschap voor het verwijderen van plastic wiel

boutafdekkingen en het gereedschap voor het verwijderen van de vergrendeling

ing wielbouten.

Als het voertuig is uitgerust met een reservewiel*¹², A

Jack en LUG -sleutel zijn voorzien.

12

Niet beschikbaar op alle modellen.

530

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

Rooster*

Wielbouten

De wielbouten houden het wiel op zijn plaats

de wielhub.

Gebruik alleen velgen die zijn getest en

goedgekeurd door Volvo en zijn opgenomen in Volvo's

Origineel productbereik.

De aansluiting kan worden gebruikt om het voertuig op te tillen naar b.v.

Verander een wiel.

Wanneer niet in gebruik, de Jack*zou moeten zijn

bewaard in zijn opslagcompartiment onder

De vloervloer.

•

De aansluiting van uw voertuig is

bedoeld om alleen in tijdelijk te worden gebruikt

situaties zoals het veranderen van wielen in

het evenement van een lekke band. Alleen de Jack

Dat kwam met uw specifieke model

moet worden gebruikt om het voertuig op te tillen. Als de

voertuig moet meer fre-

Quently of voor een langere periode gebruiken

Een garage jack of takel wordt aanbevolen.

Volg altijd de instructies van dit apparaat

voor gebruik.

Gebruik een momentsleutel om het wiel te controleren

Bouten worden correct vastgedraaid.

DoennietVet de wielboutdraden in.

WAARSCHUWING

De wielbouten moeten mogelijk worden vastgedraaid

Weer enkele dagen na een wielverandering.

Temperatuurschommelingen en trillingen

kan ervoor zorgen dat ze iets loskomen.

De Jack moet samen worden gestoken naar de

correcte positie om te passen.

De wielbouten moeten worden vastgedraaid

140 nm (103 ft. Lbs.). Te strak of

onderdichte kan de threa-

Ded Joints.

Voor voertuigen metNivelleringsregeling*: Als de

Voertuig is uitgerust met de optionele longontsteking

matic ophanging, het moet eerder worden uitgeschakeld

Het voertuig wordt op een krik opgetild.

Gerelateerde informatie

Wielbouten vergrendelen*

•

Een gereedschap voor het verwijderen van de vergrendelingswielbouten is

Gelegen in het schuimblok onder de lading

compartiment vloer.

Het voertuig hijsen (p. 575)

•

Gerelateerde informatie

Een wiel installeren (p. 534)

•

•

* Optie/accessoire. 531

Wielen en banden

1. Turn op de gevaar van het voertuig

flitsen als een wielverandering moet zijn

gevormd in een gebied met verkeer.

Een wiel verwijderen

WAARSCHUWING

Wielveranderingen moeten altijd worden uitgevoerd

correct. De volgende instructies worden weergegeven

Hoe een wiel te verwijderen en wat is belangrijk

Tant om in gedachten te houden.

Breng de parkeerrem aan en zet de

Gearselector in het park (P) Positie.

•

2. Toepassen de parkeerrem en zet de uitrusting

selector inP, of eerste versnelling als het voertuig heeft

een handmatige transmissie.

Blokkeer de wielen die op de

gemalen, gebruik van stijve houten blokken of

Grote stenen.

Voor voertuigen metNivelleringsregeling*: Als de

Voertuig is uitgerust met pneumatische sus-

pensioen, dit moet eerder worden uitgeschakeld

Het voertuig wordt opgeheven met de Jack*.

Wanneer niet in gebruik, de Jack*zou moeten zijn

bewaard in zijn opslagcompartiment onder

De vloervloer.

•

Controleer of de Jack niet is beschadigd,

De draden zijn goed gesmeerd en

Het is vrij van vuil.

•

De aansluiting van uw voertuig is

bedoeld om alleen in tijdelijk te worden gebruikt

situaties zoals het veranderen van wielen in

het evenement van een lekke band. Alleen de Jack

Dat kwam met uw specifieke model

moet worden gebruikt om het voertuig op te tillen. Als de

voertuig moet meer fre-

Quently of voor een langere periode gebruiken

Een garage jack of takel wordt aanbevolen.

Volg altijd de instructies van dit apparaat

voor gebruik.

Zorg ervoor dat de Jack op een vaste, niveau, niet-

glad oppervlak en dat het rechtop is

En niet leunen.

3. Neem uit de Jack*, wangsleutel*en gereedschap voor

het verwijderen van de plastic dekens, die zijn

opgeborgen in het schuimblok.

De aansluiting moet de

Jack -bijlage.

•

Er mogen geen objecten worden geplaatst

de basis van de Jack en de grond, of

tussen de aansluiting en de bijlage

bar op het voertuig.

Laat nooit iemand in het voertuig blijven

Wanneer het op een krik wordt opgevoed.

•

Als een band moet worden gewijzigd bijna voorbijgaan

Verkeer, zorg ervoor dat alle passagiers bewegen

naar een veilige locatie.

Gebruik een aansluiting bedoeld voor het voertuig

Bij het veranderen van een band. Voor elke andere

Job, gebruik stands om het voertuig te ondersteunen.

•

Gereedschap voor het verwijderen van de plastic deksels op het wiel

bouten.

4. Plaats bokt voor en achter de

wielen die nog op de grond zijn. Voor

Gebruik bijvoorbeeld zware houten blokken of

Grote stenen.

Kruip nooit onder of sta een deel van toe

uw lichaam om te worden uitgebreid onder een voertuig

CLE ondersteund door een Jack.

532

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

5. Gebruiken de wielsleutel, schroef de sleep

oog op zijn plaats zo ver mogelijk volgens

naar de instructies.

8. Wanneer Het voertuig hijsen, het is belangrijk

dat de liftarmen van Jack of Garage Posi-

op de aangewezen punten onder de

voertuig. De driehoekmarkeringen op de plas-

TIC-dekking geeft aan waar de aansluiting

ment -punten/tilpunten bevinden zich.

Er zijn twee jack -bijlage -punten op

Aan elke kant van het voertuig. Er is een groove

voor de aansluiting op elk bijlagepunt.

10. Crank het tot het goed is uitgelijnd en

Het staat in contact met de Jack van het voertuig

bijlagepunt. Zorg ervoor dat de bovenkant van

De krik (of de garagesliftarmen) is cor-

Recht gepositioneerd in het bevestigingspunt,

met de bult op de bovenkant van de Jack in de

Reces in het bijlage en de

basis verticaal gepositioneerd onder de

bijlagepunt.

11. Turn de Jack zodat de crank zo ver is

mogelijk vanaf de zijkant van het voertuig,

die de armen van de krik zal positioneren

hangelijk voor de richting van het voertuig van

beweging.

12. Ophalen het voertuig tot het wiel is

Veranderd kan vrij bewegen. Schroef de

Wielbouten en til het wiel van af.

Het sleepoogje moet erin worden geschroefd

de wielsleutel*voor zover mogelijk.

Gerelateerde informatie

6. Verwijderen De plastic deksels van het wiel

bouten met behulp van het aangewezen gereedschap.

Nivelleringscontrole -instellingen*(p. 416)

Een wiel installeren (p. 534)

Het voertuig hijsen (p. 575)

Rooster *(p. 531)

•

7. Met het voertuig nog op de grond, gebruik

de wielsleutel/sleepoog om de

wielbouten ½-1 bocht door naar beneden te drukken

Ward (tegen de klok in).

9. Positie de aansluiting onder de bijlage

wordt gebruikt om te worden gebruikt en ervoor te zorgen dat de sur-

Gezicht is stevig, plat en niet glad.

Het slepen en verwijderen van het sleepper

(p. 439)

•

* Optie/accessoire. 533

Wielen en banden

Kruip nooit onder of sta een deel van toe

uw lichaam om te worden uitgebreid onder een voertuig

CLE ondersteund door een Jack.

Een wiel installeren

•

WAARSCHUWING

Wielveranderingen moeten altijd worden uitgevoerd

correct. De volgende instructies worden weergegeven

Hoe een wiel te installeren en wat belangrijk is

om in gedachten te houden.

Breng de parkeerrem aan en zet de

Gearselector in het park (P) Positie.

•

Blokkeer de wielen die op de

gemalen, gebruik van stijve houten blokken of

Grote stenen.

Het voertuig moet zo hoog genoeg worden opgevoed

dat het wiel dat u verwijdert, kan draaien

vrij.

Wanneer niet in gebruik, de Jack*zou moeten zijn

bewaard in zijn opslagcompartiment onder

De vloervloer.

•

Controleer of de Jack niet is beschadigd,

De draden zijn goed gesmeerd en

Het is vrij van vuil.

•

1. Schoon de contactoppervlakken tussen de

wiel en de wielhub.

De aansluiting van uw voertuig is

bedoeld om alleen in tijdelijk te worden gebruikt

situaties zoals het veranderen van wielen in

het evenement van een lekke band. Alleen de Jack

Dat kwam met uw specifieke model

moet worden gebruikt om het voertuig op te tillen. Als de

voertuig moet meer fre-

Quently of voor een langere periode gebruiken

Een garage jack of takel wordt aanbevolen.

Volg altijd de instructies van dit apparaat

voor gebruik.

2. Lift het wiel op zijn plaats. Draai de

Wielbouten veilig.

Zorg ervoor dat de Jack op een vaste, niveau, niet-

glad oppervlak en dat het rechtop is

En niet leunen.

DoennietVet de wielboutdraden in.

De aansluiting moet de

Jack -bijlage.

•

3. Lager het voertuig zodat het wiel kan-

niet roteren.

Er mogen geen objecten worden geplaatst

de basis van de Jack en de grond, of

tussen de aansluiting en de bijlage

bar op het voertuig.

Laat nooit iemand in het voertuig blijven

Wanneer het op een krik wordt opgevoed.

•

Als een band moet worden gewijzigd bijna voorbijgaan

Verkeer, zorg ervoor dat alle passagiers bewegen

naar een veilige locatie.

Gebruik een aansluiting bedoeld voor het voertuig

Bij het veranderen van een band. Voor elke andere

Job, gebruik stands om het voertuig te ondersteunen.

•

534

* Optie/accessoire.

Wielen en banden

Reservewiel¹³

4. Draai door het wiel bouten in een crisse kriskras

Tern (zoals getoond in illustratie). Het is een imporatie

Tant dat de wielbouten veilig zijn

Het reservewiel is een tijdelijke reserve en

kan worden gebruikt om een punc-

Tured Tyre op een van de normale van het voertuig

wielen.

De reserveband is alleen bedoeld voor tijdelijk

gebruik. Vervang het zo snel als een normaal wiel

mogelijk.

Vervang na het opblazen van een band altijd de

klepdop om klepschade te voorkomen

veroorzaakt door grind, vuil, etc.

•

aangescherpt. Draai vast tot 140 nm (103 ft. Lbs.).

Gebruik een momentsleutel om het koppel te controleren.

Gebruik alleen plastic klepdoppen. Metalen doppen

zou kunnen corroderen en moeilijk worden

verwijderen.

De rijeigenschappen van het voertuig

Verandering en grondvrijheid vermindert wanneer

Het reservewiel wordt gebruikt. Was de voertuig niet

CLE in een automatische autowas

Tijdelijke reserve.

Gerelateerde informatie

Het voertuig hijsen (p. 575)

Rooster *(p. 531)

•

De aanbevolen bandenspanning moet zijn

onderhouden, ongeacht de positie van de positie

Tijdelijk reservewiel wordt op het voertuig gebruikt.

Als het reservewiel beschadigd is, kan een nieuwe dat

worden gekocht bij een Volvo -retailer.

5. Druk op Het plastic dekt op het wiel

bouten.

•

6. Controle de bandeninflatiedruk en opslag

de nieuwe inflatiedruk in de bandenpresentatie

zeker monitoringsysteem*.

WAARSCHUWING

Huidige wetgeving verbiedt het gebruik van de

"Tijdelijke reserve" band anders dan als een

Tijdelijke vervanging voor een doorboorde

band. Het moet worden vervangen zodra de mogelijkheid

ble door een standaardband. Wegbehouden en

afhandeling kan worden beïnvloed met de "tempo-

Rary -reserve "in gebruik. Rijd niet sneller dan

80 km/u (50 mph).

WAARSCHUWING

De wielbouten moeten mogelijk worden vastgedraaid

Weer enkele dagen na een wielverandering.

Temperatuurschommelingen en trillingen

kan ervoor zorgen dat ze iets loskomen.

13

Niet beschikbaar op alle modellen.

}}

* Optie/accessoire. 535

Wielen en banden

||

Hanteren van reservebanden

Volg deze instructies met betrekking tot de behandeling

het reservewiel.

WAARSCHUWING

Het voertuig mag nooit worden aangedreven

Meer dan één "tijdelijke reserve" band

gemonteerd.

Het voertuig mag niet met wielen worden gereden

van verschillende dimensies of met een reservewiel

anders dan degene die bij de voertuig kwam

CLE. Het gebruik van wielen van verschillende grootte kan

Schadel de transmis van uw voertuig ernstig schade

sion.

•

Rijden met een reservewiel kan veranderen

de rijeigenschappen van de voertuig

CLE. Vervang het reservewiel door een

normaal wiel zo snel mogelijk.

Het reservewiel is kleiner dan het

normaal wiel, dat de voertuig beïnvloedt

CLE's grondvrijheid. Kijk uit voor high

stoept en was het voertuig niet erin

een automatische autowasstop wanneer een reserve

wiel is gemonteerd.

•

Gerelateerde informatie

•

•

Deze illustratie is generiek en uiterlijk kan variëren.

Volg de aanbeveling van de fabrikant

herstelde bandeninflatiedruk voor de

reservewiel.

•

De reservewiel bevindt zich onder de vloer van de

vrachtcompartiment en wordt op zijn plaats gehouden door

twee riemen. Het schuimblok bevat alle gereedschappen

nodig om een wiel te vervangen.

Op voertuigen met vierwielaandrijving, de drive

op de achteras kan worden losgekoppeld.

•

1. Lift de achterrand van de vrachtcompart-

ment vloer.

Als het reservewiel is gemonteerd op de

Vooras, sneeuwketens moeten dat niet zijn

gebruikt.

2. Release de riemen en til de reserve uit

wiel.

Het reservewiel mag niet worden gerepareerd.

•

Gerelateerde informatie

Reservewiel (p. 535)

•

536

Wielen en banden

Sneeuwbanden

Looptijd diepte

Sneeuwketens

Wegomstandigheden met ijs, slush en lage tem-

Peratures stellen aanzienlijk hogere eisen

op banden dan zomeromstandigheden. Volvo daar-

Fore beveelt aan om niet op sneeuwbanden te rijden

die een loopvlakdiepte van minder dan 4 mm hebben

(0,15 inch).

Sneeuwbanden zijn ontworpen voor winter rijden

voorwaarden.

Het gebruik van sneeuwketens en/of sneeuwbanden kan

helpen bij het verbeteren van de tractie in de winter rijcond-

tions.

Volvo beveelt geen gebruik van sneeuw aan

kettingen op wielafmetingen groter dan

18 inch.

Volvo beveelt sneeuwbanden aan met specifiek

afmetingen. De bandenafmetingen variëren afhankelijk van

ing op motortype. Bij het rijden met sneeuw

banden, het juiste type banden moet

ted op alle vier de wielen.

Gerelateerde informatie

WAARSCHUWING

•

Tread slijtage -indicator (p. 519)

Gebruik Volvo echte sneeuwketens of equiva-

Lent sneeuwketens die geschikt zijn voor de

voertuigmodel en de banden- en wielgroottes.

AlleeneenzijdigSneeuwketens zijn toegestaan

Ted.

Winter rijden (p. 421)

Neem contact op met een Volvo -dealer voor advies over de

Beste keuze van velgen en banden.

Tips voor het veranderen van sneeuwbanden

Bij het overschakelen tussen gewone banden en

Sneeuwbanden, markeer de banden volgens welke

Zijkant waarop ze waren gemonteerd, b.v.Lvoor links en

Rvoor rechts.

Als het onzeker is over sneeuwketens, rec-

ommends contact opneemt met een geautoriseerde Volvo

workshop. Gebruik van de verkeerde sneeuwketens

kan ernstige schade aan het voertuig veroorzaken

en resulteren in een ongeval.

Bezaaide banden

Zwakkenbanden moeten worden ingebroken door te rijden

500-1000 km (300 - 600 mijl) langzaam en

voorzichtig om de studs te helpen zich goed te vestigen in de

banden. Dit geeft de band, en vooral de

Studs, een langere levensduur.

Voorschriften met betrekking tot het gebruik van bezaaid

Banden variëren van land tot land.

}}

537

Wielen en banden

Bandenafdichtingssysteem¹⁴

Het tijdelijke afdichtingssysteem van de band kan zijn

gebruikt om een lekke band in een band af te dichten of te controleren

en pas de druk in de band aan.

||

De afhandeling van het voertuig kan zijn

nadelig beïnvloed tijdens het rijden met

kettingen. Vermijd snelle of scherpe bochten als

en gesloten wielremmen.

•

www.P65Warnings.ca.gov/passenger-

Sneeuwketens kunnen op het voertuig worden gebruikt,

met de volgende beperkingen:

Volg altijd de fabrikant

Installatie -instructies zorgvuldig. Installeren

kettingen zo strak mogelijk en

Periodiek opnieuw weergeven.

•

Sommige soorten strap-on ketens beïnvloeden

remcomponenten en moeten daarom

Niet worden gebruikt.

Modellen uitgerust met een reservewiel¹⁵niet

Heb het bandenafdichtsysteem.

WAARSCHUWING

Zet alleen sneeuwketens aan de voorkant

wielen (is ook van toepassing op vierwielaandrijving

Voertuigen).

•

California Proposition 65

Raadpleeg een Volvo -retailer voor meer informatie

over sneeuwketens.

Het bedienen, bedienen en onderhouden van een pas-

Senger-voertuig kan u blootstellen aan chemi-

cals inclusief motoruitlaat, koolstofmon-

oxide, ftalaten en lood, die zijn

bekend bij de staat Californië om te veroorzaken

kanker en geboorteafwijkingen of andere reproduceer-

tive schade. Om blootstelling te minimaliseren, vermijdt u

Inademen uitlaat, niet inactief de motor

Behalve indien nodig, service uw voertuig in

een goed geventileerd gebied en draaghandschoenen of

Was je handen regelmatig tijdens het onderhoud

Uw voertuig. Ga voor meer informatie naar

voertuig.

Gerelateerde informatie

Als accessoire, aftermarket of "aangepast"

banden en wielen met verschillende dimen-

sions dan de originele banden en wielen

worden in sommige gevallen gebruikt, sneeuwketens

mag niet worden gebruikt. Voldoende afstand

tussen de ketens en remmen, sus-

Pensioen- en lichaamscomponenten moeten

onderhouden worden.

Winter rijden (p. 421)

•

Controleer de lokale voorschriften met betrekking tot de

Gebruik van sneeuwketens voordat u wordt geïnstalleerd.

•

Overtreffen nooit de sneeuwketen

Faburer's gespecificeerde maximale snelheid

beperken. In geen geval mag

U overschrijdt 50 km/u (30 mph).

Het bandenafdichtsysteem bestaat uit een compres-

sor en een fles met afdichtingsverbinding.

De afdichtingsfuncties als tijdelijke reparatie.

Vermijd hobbels, gaten of scherpe bochten

Bij het rijden met sneeuwketens.

•

Vermijd het rijden op oppervlakken zonder

Sneeuw terwijl dit beide sneeuw verslijt

Kettingen en de banden.

538

Wielen en banden

Afdichtingscompound vervaldatum

De afdichtingsverbindfles moet zijn

vervangen als de vervaldatum ervan is verstreken (zie

het sticker op de fles). Behandel de oude fles

als gevaarlijk afval.

Met behulp van het bandenafdichtsysteem

Het bandenafdichtsysteem gebruiken (p. 539)

Het tijdelijke bandenafdichtsysteem (TMK¹⁶

)

De afdichtingsverbinding daalt effectief af

banden met lekke banden in het loopvlak, maar mag

niet in staat zijn om banden volledig af te dichten met punctu-

res in de zijwand. Gebruik de bandenafdichting niet

ing systeem op banden met grote tranen, scheuren

of soortgelijke schade.

kan worden gebruikt om een lekke band in een band af te dichten.

Overzicht

Gerelateerde informatie

•

•

•

De compressor is bedoeld voor tijdelijk

Bandenafdichting en is goedgekeurd door Volvo.

Locatie

Het bandenafdichtsysteem bevindt zich in een schuim

blok onder de vloer van de vrachtcompart-

ment.

Elektrische kabel

Slang

Luchtafgifteklep

Beschermende slang dekking

Speed Limit Sticker

Fleshouder (oranje deksel)

Luchtdrukmeter

14

Alleen bepaalde modellen.

Niet beschikbaar op alle modellen.

15

}}

539

Wielen en banden

||

Afdichtingscomples

Schakelaar

de bovenste en onderste oogleden. Krijg Medi-

cal aandacht als de symptomen optreden.

WAARSCHUWING

Houd de volgende punten in gedachten

Bij gebruik van het bandenafdichtsysteem:

Inademing: verplaats de blootgestelde persoon

in frisse lucht. Als irritatie aanhoudt, krijg dan

medische hulp.

•

Verbindend

De afdichtingscompoundfles (nr. 8 in

de illustratie) bevat 1) rubberlatex,

Natuurlijk en 2) ethaandiol. Deze sub-

Standen zijn schadelijk als ze worden ingeslikt.

•

Inname: induceer geen braken

Tenzij het door medisch wordt aangegeven

personeel. Krijg medische hulp.

De inhoud van deze fles kan veroorzaken

allergische huidreacties of anders zijn

potentieel schadelijk voor de luchtwegen

kanaal, de huid, de centrale nerveuze syst

Tem, en de ogen.

•

Verwijdering: gooi dit materiaal weg en

zijn container bij een gevaarlijk of speciaal

Afvalverzamelingspunt.

Voorzorgsmaatregelen:

WAARSCHUWING

Blijf buiten het bereik van kinderen.

•

Verwijder de fles niet terwijl de band

afdichtsysteem wordt gebruikt.

•

Noteer de inhoud niet.

Verwijder de slang niet terwijl de band

afdichtsysteem wordt gebruikt.

Vermijd langdurig of herhaald contact

met de huid. Verwijder alle kleding

dat is in contact gekomen met zeehonden-

op.

Breek de afdichting van de fles niet eerder

gebruik. De afdichting wordt automatisch verbroken wanneer

De fles is op zijn plaats geschroefd.

1. Turn op de gevaar van het voertuig

flitsen als het bandenafdichtsysteem moet zijn

gebruikt in een gebied met verkeer.

Was grondig na het hanteren.

•

E.H.B.O:

Als de lekke band werd veroorzaakt door een nagel of

Vergelijkbaar object, verwijder het niet. Het zal helpen

Sluit het gat af.

Huid: Was getroffen delen van de huid

met zeep en water. Krijg medisch

Aandacht als symptomen optreden.

•

Ogen: gelijk met veel water voor

minimaal 15 minuten, af en toe optillen

•

16

Tijdelijke mobiliteitskit

540

Wielen en banden

2. Peel van de snelheidslimietsticker van de

kant van de compressor. Bevestig het sticker op een

duidelijk zichtbare locatie op de voorruit

om de bestuurder eraan te herinneren dit niet te overtreffen

snelheidslimiet. Rijd niet sneller dan

80 km/u (50 mph) terwijl u een band gebruikt

is tijdelijk gerepareerd met de band

afdichtsysteem.

6. losschroeven De klepdop en schroef van de band

de klepconnector van de slang tot mogelijk

Bloei op de klep.

8. Start de compressor door de

Schakel over naar deI(Op) positie.

Waarschuwing

Zorg ervoor dat de luchtafgifteklep op de com-

De slang van de pressor is volledig gesloten.

Sta nooit naast een band die wordt opgeblazen

met de compressor. Als scheuren, uitstulpingen, enz.

vorm op de band, schakel de compressor uit

onmiddellijk. Het voertuig zou dat niet moeten zijn

gedreven. Bel de weghulp om de

Voertuig naar een werkplaats gesleept voor Inspec-

tie/vervanging van de band. Volvo Recom-

herstelt een geautoriseerde workshop.

7. Verbind de elektrische kabel tot de dichtstbijzijnde

12 V Outlet en start het voertuig.

3. Maken zeker de schakelaar is in de0(Uit)

Positie en haal de elektrische kabel uit

en de slang.

Zorg ervoor dat geen van de andere van het voertuig

12 V Sockets worden gebruikt terwijl de compres-

Sor loopt.

4. losschroeven de oranje dekking op de com-

Pressor en schroef de dop los op het zegel-

ing samengestelde fles.

Wanneer de compressor voor het eerst begint, lucht-

Zeker kan tijdelijk toenemen tot 6 bar

(88 psi) maar zou daarna opnieuw moeten afnemen

ongeveer 30 seconden.

WAARSCHUWING

5. Schroef de fles op de fleshouder als

ver mogelijk.

Laat kinderen nooit onbeheerd achter in de

Voertuig terwijl de motor draait.

De fles en de fleshouder zijn uitrust

ped met vangsten om het zegel te voorkomen

ing compound van lekken. Eenmaal de bot-

Tle wordt op zijn plaats in de fles geschroefd

Holder, het kan niet worden losgeschroefd. De fles

kan alleen worden verwijderd door een workshop¹⁷.

WAARSCHUWING

9. Opbuigen de band gedurende 7 minuten.

Het inademen van uitlaatdampen kunnen leiden tot seri

ous letsel. Laat de motor nooit lopen

in een afgesloten ruimte of een ruimte zonder

voldoende ventilatie.

Om oververhitting te voorkomen, de compressor

mag nooit meer dan meer worden gebruikt

10 minuten per keer.

WAARSCHUWING

Schroef de fles niet los. Het is uitgerust

met een vangst om lekkage te voorkomen.

17

Een geautoriseerde Volvo -workshop wordt aanbevolen.

}}

541

Wielen en banden

||10. Schakelaar van de compressor en controleer de

inflatiedruk met behulp van de luchtdruk

graadmeter. De inflatiedruk zou moeten zijn

Tussen 1,8 bar (22 psi) en 3,5 bar

(51 psi). Als de inflatiedruk ook is

Hoog, gebruik de luchtafgifteklep om los te laten

lucht.

13. Put de beschermende slang dekt op de

slang om lekkage van alle residuen te voorkomen

ual verzegelingscompound. Retourneer de uitrusting

ment naar het vrachtcompartiment.

16. Controle de inflatiedruk op de lucht

STRUKMAATEREN.

Als de druk onder 1,3 bar (19 psi) is,

De band is niet voldoende afgesloten. De

Voertuig mag niet worden aangedreven. Bel weg-

nevenhulp om het voertuig te hebben

gesleept.

•

14. Onmiddellijk Rijd tenminste het voertuig

3 km (2 mijl) met een maximale snelheid van

80 km/u (50 mph) om de afdichting mogelijk te maken

verbinding om de band af te dichten, en dan

Controleer de inflatiedruk opnieuw.

Als de inflatiedruk hoger is dan

1.3 bar (19 psi), de band moet worden opgeblazen

naar de inflatiedruk die is opgegeven

de bandendruksticker op de bestuurder

side door pillar (1 bar = 100 kPa =

14.5 psi). Als de inflatiedruk ook is

Hoog, gebruik de luchtafgifteklep om los te laten

lucht.

•

WAARSCHUWING

Als de druk onder 1,8 bar (22 psi) daalt, de

Gat in de band kan te groot zijn. Het voertuig

CLE mag niet worden gedreven. Bel de weg

hulp om het voertuig naar een

workshop voor inspectie/vervanging van

de band. Volvo beveelt een geautoriseerde aan

workshop.

WAARSCHUWING

Tijdens de eerste revolutie van de banden

ing compound kan uit de punc-

ture gat. Zorg er voordat u wegrijden

dat niemand in de buurt van het voertuig is die dat zou kunnen

worden gespoten met afdichtingsverbinding. Maken

Natuurlijk is er niemand binnen 2 meter (7 voet) van

het voertuig.

WAARSCHUWING

11. Schakelaar van de compressor en verwijder

de elektrische kabel.

Controleer de inflatiedruk regelmatig.

12. losschroeven de slang van de klep van de band en

Schroef de klepdop weer op.

15.Het opnieuw controleren van de inflatiedruk

Volvo beveelt aan om naar de dichtstbijzijnde te rijden

geautoriseerde Volvo -workshop om de band te hebben

vervangen/gerepareerd. Informeer de workshop dat

De band bevat afdichtingsverbinding.

Sluit de slang aan op de klep van de band en

Schroef de slangconnector op de klep

voor zover mogelijk. De compressor moet

worden uitgeschakeld.

Vervang na het opblazen van een band altijd de

klepdop om klepschade te voorkomen

veroorzaakt door grind, vuil, etc.

•

De afdichtingscompoundfles en de slang

moet na gebruik worden vervangen. Volvo Recom-

herstelt contact op met een geautoriseerde Volvo-werk-

Winkel voor vervanging.

Gebruik alleen plastic klepdoppen. Metalen doppen

zou kunnen corroderen en moeilijk worden

verwijderen.

542

Wielen en banden

4. Start de compressor door de

Banden opblazen met de compressor

opgenomen in het bandenafdichtsysteem

De originele banden van het voertuig kunnen worden opgeblazen

met behulp van de compressor in de bandenafdichtingssystemen

Hij heeft.

1. De Compressor moet worden uitgeschakeld.

Zorg ervoor dat de schakelaar zich in de0(Uit)

Positie en haal de elektrische kabel uit

en de slang.

WAARSCHUWING

Schakel over naar deI(Op) positie.

Na het gebruik van het bandenafdichtsysteem, de

Voertuig mag niet verder worden gereden dan

Ongeveer 200 km (120 mijl).

Risico van oververhitting. De compressor

zou niet langer dan 10 moeten draaien

minuten per keer.

De compressor is een elektrisch apparaat. Fol-

Lage lokale voorschriften voor verwijdering.

5. Opbuigen de band naar de druk die is opgegeven

de bandendruksticker aan de zijde van de bestuurder

deurpilaar. Als de inflatiedruk ook is

Hoog, gebruik de luchtafgifteklep om los te laten

lucht.

2. Schroef los De klepdop en schroef van de band

de klepconnector van de slang tot mogelijk

Bloei op de klep.

Gerelateerde informatie

•

Zorg ervoor dat de luchtafgifteklep op de com-

De slang van de pressor is volledig gesloten.

•

6. Schakelaar van de compressor. Verwijder de

slang en de elektrische kabel.

3. Verbind de elektrische kabel tot de dichtstbijzijnde

12 V Outlet en start het voertuig.

7. Schroef De klepdop terug op de band.

WAARSCHUWING

Het inademen van uitlaatdampen kunnen leiden tot seri

ous letsel. Laat de motor nooit lopen

in een afgesloten ruimte of een ruimte zonder

voldoende ventilatie.

Vervang na het opblazen van een band altijd de

klepdop om klepschade te voorkomen

veroorzaakt door grind, vuil, etc.

•

Gebruik alleen plastic klepdoppen. Metalen doppen

zou kunnen corroderen en moeilijk worden

verwijderen.

WAARSCHUWING

Laat kinderen nooit onbeheerd achter in de

Voertuig terwijl de motor draait.

De compressor is een elektrisch apparaat. Fol-

Lage lokale voorschriften voor verwijdering.

}}

543

Wielen en banden

||

Gross vehicle weight (GVW)

Het stoepgewicht van het voertuig + vracht + passagent

Gers.

Gerelateerde informatie

Het bepalen van het voertuig

toegestaan gewicht

Het goed laden van uw voertuig zal bieden

maximaal rendement van voertuigontwerp.

anne.

Het bandenafdichtsysteem gebruiken (p. 539)

•